Is het de kwaliteit van een oeuvre alleen dat bepaalt of een componist vandaag regelmatig wordt opgevoerd? Ongetwijfeld niet. Veel hangt af van de perceptie van de muziek in de tijd dat die geschreven wordt: als er meteen een resem aanhangers zijn, hebben partituren een veel grotere kans om verspreid te geraken en de genadeloze tand des tijds te ontglippen. Ook het culturele klimaat waarin iemand schrijft, kan bepalend zijn voor diens naambekendheid een of meerdere eeuwen later. Zo is de geschiedenis van Polen een opeenstapeling van overheersingen: Russen, Duitsers en Pruisen hebben hun stempel gedrukt op een volk dat in de 20e eeuw een grote inhaalbeweging moest maken en een eigen identiteit opeiste. In de jaren ’20 van de vorige eeuw maakte Karol Szymanowski deel uit van een muzikaal-nationalistische beweging, waarbij de componist aangaf muziek te willen schrijven die de volksaard moest onderstrepen, die moest onderzoeken welke de elementen waren die in deze kunstvorm als “typisch Pools” konden gekarakteriseerd worden. Echter heeft Szymanowski ook veel meer gedaan dan alleen mee nagedacht over de inhoud van de Poolse identiteit in de kunsten. Vroegere en latere werken oriënteren zich veel meer op de internationale scène van de klassieke muziek, hoewel ze slechts tot mondjesmaat tot die afgeschermde wereld zijn doorgedrongen.

Szymanowski was ongeveer gelijktijdig actief met componisten als Bartók, Webern en Stravinsky. Hun politieke strubbelingen en de perceptie van hun oeuvre in hun eigen land maakte die mensen na verloop van tijd tot martelaars van hun eigen kunstenaarschap. Of een dergelijke heroïsering heeft bijgedragen aan de appreciatie van hun overgeleverde werk is niet te zeggen: dat hun repertoire intrinsiek van zéér grote waarde is, hoeft immers niet te worden betwijfeld. Dat Szymanowski echter nu pas met mondjesmaat ingang vindt, moet echter wel toegeschreven worden aan het Poolse provincialisme. Szymanowski werkte er, onderhield er contacten en bleef er niet helemaal ongeapprecieerd, maar wat betekent Polen op wereldschaal? Inmiddels is de kantelbeweging echter in gang gezet: het BBC Symphony Orchestra werkt bij Chandos aan een integrale van Szymanowski’s symfonisch repertoire en dat een titaan als Valery Gergiev bij het London Symphony Orchestra zich momenteel ook op ’s mans symfonieën stort, is een teken aan de wand. De laatste jaren bleef de componist overigens niet geheel onbelicht: dat de inhaalbeweging nu al een aantal jaar aan de gang is, betekent waarschijnlijk (en hopelijk) dat ze kans op welslagen heeft.

Edward Gardner is een van de jongste dirigenten die vandaag aanzien geniet. De durf die hem doet afzien van het klassieke repertoire en tot minder gespeelde muziek brengt, is een lovenswaardig aspect van zijn persoonlijkheid. Een ander is de nauwkeurigheid waarmee hij zijn projecten – na een focus op Lutoslawski richtte Gardner ondertussen zijn pijlen op Szymanowski – steevast tot een goed einde brengt. De ‘Concert Overture, opus 12’ die hier logischerwijs aan het begin van het album wordt geplaatst, ontleedt Gardner feilloos. Het BBC Symphony Orchestra blijft zeer doelgericht musiceren binnen een werk dat, in de trant van Richard Strauss’ gedicht ‘Don Juan’, van hot naar her uitvliegt. Eenzelfde overdadigheid kenmerkt het laatste deel van de vierde symfonie, de ‘Symphonie Concertante, opus 60’. Onder Gardner kunnen partijen groots aanzwellen, maar nooit worden ze pompeus. Schichtige flitsen sluiten naadloos aan op momenten van zangerige monumentaliteit. De solisten van het orkest, dat hier door de componist als het ware wordt verdeeld in alleen maar individuen, spelen trouwens met een verbluffend inlevingsvermogen: de kopers zijn lijzig als het moet, de houten warm waar het kan. Solist Louis Lortie, die in dit verijdelde pianoconcerto dat Szymanowski liever “symfonie” doopte om niet te hoeven uitpakken met zichzelf als solist, is naast Gardner overigens een moedige sterkhouder: ook hem krijgen de uit hun voegen barstende instrumentengroepen niet klein. Tot slot is er nog de tweede symfonie, opus 19. Het hoog-romantische haardvuur laat Gardner aardig oplaaien, echter zonder tranerig te worden. Gergiev zou een gewaarschuwd man moeten zijn: geen idee hoe hij beter kan doen dan deze opname, die de gastronomische fictie van de partituren op de ideale temperatuur serveert. 

Meer over Karol Szymanowski


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.