In 2007 kwam celliste Julia Kent (Anthony and the Johnsons) met haar eerste solo-cd: ‘Delay’. De opvolger laat nog even op zich wachten, maar als opwarmer verscheen zopas ‘Last Day in July’, een ep met vier nummers die samen iets meer dan een kwartier muziek opleveren.
Verrassend is Kents muziek bezwaarlijk te noemen. Met enkele concrete geluiden (regen en klotsend water), spaarzaam en subtiel aangebrachte elektronica en vooral haar geloopte cellolijnen bouwt ze zuiver consonante stukken op die balanceren op de grens tussen akoestische strijkerspop een populair klassiek. Het herkenbaar opbouwen en naar het einde terug uitdunnen maakt haar muziek extreem toegankelijk en voer voor de fans van pakweg Jóhann Jóhannsson of Hauschka. Wat de muziek mist aan spanning en durf, haalt die op door schoonheid.
Meer dan het gemiddelde album leent een ep zich tot het in een trek doorluisteren. Dat gaat zeker op voor ‘Last Day in July’, al was het maar omdat het openende ‘Ground’ wel erg eenvoudig is en zo eerder als een intro dan als een volwaardig nummer klinkt. Een eenvoudige melodie wordt door het steeds toevoegen van lijnen geharmoniseerd tot een akkoordenreeks.
In de volgende tracks gaat Kent gelukkig wat verder. Het is echter jammer dat ze steeds dezelfde manier van opbouwen gebruikt. Ze vertrekt vanuit enkele nazinderende, korte klanken (pizzicato) die in eerste instantie het gezelschap krijgen van brede noten, waarop dan later de hoofdmelodie geplaatst wordt alvorens er meer beweging in de muziek komt. Dit kan gebeuren door de notenwaarden van die hoofdmelodie te halveren (waardoor een versnellingseffect ontstaat) of door het toevoegen van extra lagen. Dit laatste wordt het meest uitgebuit in de titeltrack die daardoor de meest polyfone van de hele ep wordt.
Door kleine extra’s als die polyfonie krijgen de “echte” nummers van dit schijfje elk een eigen accentje. ‘Ailanthus’ heeft wat eigen kleur door de secure elektronische klanken (tikken en fijnere beats die echter niet te gemakkelijk blijven doorlopen). In het afsluitende ‘Carapace’ hanteert Kent dan weer verschillende speelstijlen, met als resultaat onder andere spokende flageoletten.
De fraaie muziek van deze release geeft een mooi beeld van waar Julia Kent voor staat: waarom moeilijk doen als het ook gemakkelijk kan? Dat ze muzikaal vaak op dezelfde manier tewerk gaat, is in deze in tijd beperkte context geen probleem. Het is alleen te hopen dat ze bij het album dat gaat volgen voor iets meer ideeën in en variatie tussen de verschillende tracks kan zorgen.
Meer over Julia Kent
Verder bij Kwadratuur
Interessante links