"Jules de Corte (1924-1996) schreef, componeerde en zong 'voor wie luisteren wil', en dat dat een relatief klein gedeelte van de Nederlandse en Vlaamse bevolking betrof heeft hij weliswaar betreurd, maar op concessies naar de grote massa toe heeft niemand hem ooit kunnen betrappen," stelde Kick van der Veer in 1996 in de liner notes van De Cortes 'best of'-cd 'Voor die lui daar tussen in'. Een kleine tien jaar na dato zal de bekendheid van deze Noord-Brabantse zanger-pianist er waarschijnlijk niet op verbeterd zijn, hoewel zijn naam bij liefhebbers van kleinkunst wellicht een belletje zal doen rinkelen: De Cortes lied 'Ik zou wel eens willen weten' werd immers opgenomen in de 'Komplete Kleinkunstcollectie' van Radio 1. De oorspronkelijke release van dit nummer dateert van 1957, en sluit aan bij de Nederlandse cabarettraditie die toen met artiesten als Wim Sonneveld en Toon Hermans haar bloeitijd doormaakte. 'Ik zou wel eens willen weten' is zowel muzikaal als tekstueel uiterst representatief voor het hele oeuvre van De Corte: enerzijds omwille van het ingetogen, enigszins academisch klinkende pianospel; anderzijds omwille van de existentiële overpeinzingen die de tekst typeren. Maar to everything, there is a season, en het kan moeilijk worden ontkend dat (vooral) de instrumentale en de melodieuze aspecten van De Cortes muziek vandaag de dag gedateerd in de oren klinken. Dit heeft platenlabel Munich er hoedanook niet van weerhouden om een deel van zijn onuitgegeven werk postuum te bundelen op de nieuwe verzamelaar 'Over the Rainbow'.
Deze cd bevat achttien solo-opnames die De Corte aan het eind van de jaren tachtig in de thuisstudio van een vriend maakte. De meeste tracks zijn instrumentale coverversies van traditionele deuntjes (het cd-boekje maakt gewag van 'evergreens') zoals 'Au clair de la lune', 'Old man river', 'Molly Malone' en 'My old Kentucky home'. Het zijn allemaal overbekende melodieën, die de luisteraar onvermijdelijk voor (te) weinig verrassingen plaatsen. Het meest geslaagd zijn De Cortes eigen composities 'Torenmuziek' en 'Zomeravond in Haarlem': deze twee pianoriedels, waarin muzikaal meer wordt verzwegen dan er wordt verteld, zijn immers van een verstillende en mysterieuze eenvoud. Hiernaast heeft samensteller Bert van den Brink ook een aantal liederen opgenomen die door De Corte zelf werden geschreven en gezongen, waaronder 'Het land van de toekomst', 'Kleine Anita' en 'Van Zwolle naar Kampen'. De Cortes teksten gaan op het eerste zicht gebukt onder een zekere vorm van kneuterigheid – een zinsnede als "zodat men enkel wensen kan / dat het toch allen goed mag gaan / zonder muziek vaart niemand wel" uit 'Het leven gaat gewoon maar door' is hiervan een illustratie. Desondanks slaat hij regelmatig spijkers met koppen: zo wordt bijvoorbeeld op 'Kleine Anita' de maatschappelijke onverschilligheid tegenover verkeersslachtoffers op een mild ironische manier gehekeld. In een zeker opzicht kan De Corte worden beschouwd als een oprechte anti-cynicus die wantoestanden aanklaagt en die zich vragen stelt, maar die met evenveel gemak durft toe te geven dat hijzelf vaak het antwoord op die vragen moet schuldig blijven.
Jules de Corte was te veel dichter om muzikant te zijn en vice versa: een man die klem zat tussen twee sporten van de ladder, en vermoedelijk is dat de hoofdreden voor zijn eeuwige 'onbekendheid'. Hoewel het een mooi persoonlijk document is, zal 'Over the Rainbow' hier niet veel meer aan kunnen veranderen.
Meer over Jules de Corte
Verder bij Kwadratuur
Interessante links