Tot voor enkele jaren gold Venus als één van de belangrijkste alternatieve muzikale exportproducten van het Brusselse hoofdstedelijke gebied (wingebieden waren vooral Frankrijk en Italië). In 2007 beslisten de leden na tien jaar en vijf albums echter om een einde te breien aan het project. Stuwend lid Marc Huyghens bleef sindsdien niet op zijn lauweren rusten: gedurende 2008 begon hij een project met Françoise Vidick, een dame die gebeten is door percussie en eerder samen werkte met onder meer dEUS, Zap Mama en Adamo. In juli van datzelfde jaar groeide het duo uit tot een volwaardig trio. Aanwinst was de in Zweden geboren, maar al circa tien jaar in België residerende Anja Naucer. Zij kan in beide handen met een aantal adelbrieven zwaaien die ze verzamelde met haar cello. Zo werkte ze met het Vlaamse Radio Orkest aan interpretaties van de grote klassieke stukken.
Dit net opgestane trio moest vervolgens op zoek naar een naam. Wil het lot nu dat Huyghens net in die periode de biografie van modeontwerper Jean Patou ontdekte, dé man die in 1930 furore maakte met het tot dan toe duurste parfum dat hij bedankte met de naam JOY. Van deze welriekende exuberantie is het vervolgens slechts een kwartdraai naar het muzikale universum van het trio JOY.
JOY staat net als Venus voor vrij pompende orkestrale muziek met de nadruk op Huyghens stem. Nieuwe aspecten worden gevormd door de nadrukkelijk aanwezige barok, de soms wat minimalistische creaties en het rechttoe rechtaan karakter van de nummers. Dat laatste wordt tekenend geïllustreerd tijdens het episch rockende ‘Cold And Storm’, maar evengoed in de vorm van de onheilspellende drums van ‘Mirage’.
Daarnaast is er ruimte gemaakt voor dromerige barokpop (‘Empire’) die qua intro even Angelo Branduardi lijkt op te zoeken, maar al vlug volgestouwd wordt met eentonige cellolijnen die als nevelsluiers in het nummer huizen en zo een heerlijk verkwikkende atmosfeer scheppen.
Toch is het veeleer een bezwerende sfeer die over het album heerst. Voor een belangrijk aandeel binnen deze sfeerschepping kan gewezen worden naar de nadrukkelijke cellopartijen van Anja Naucer. ‘Vertigone’ is zo’n nummer. Elektrische gitaar betekent hier de achtergrond voor nadrukkelijke cellopartijen. De borstelende stem van Marc Huyghens is vervolgens subtiel en soms haast onopvallend aan die van Françoise Vidick gekoppeld, zodat eerst een mysterieuze, maar naar het einde een innemende bezwerende sfeer wordt bereikt. Hetzelfde kan gezegd worden van ‘N°7’, alleen gaat dit nummer op basis van drum, cello en Huyghens' vocalen veeleer de richting uit van een theatrale ballade. Afsluiter ‘Endless Song’ is, ten slotte, aanvankelijk een veelbelovend, edoch enorm zwaarmoedig barok lied, dat opgehangen werd aan samenzang, maar jammer genoeg nooit van de grond komt.
JOY laat zich op dit titelloze debuut vrij makkelijk omschrijven: orkestrale barokmuziek op basis van gitaar, cello, drum, vocalen en altijd in de geest van Venus. Nu is het niet even makkelijk om een oordeel te vellen over het geheel. Zo zijn de nummers individueel allemaal oerdegelijk en vervelen ze op zich geen seconde. Het pijnpunt zit evenwel in de opvolging van alle nummers op dit ene album. In die hoedanigheid dreigt het geheel vooreerst nogal zwaarmoedig (zeker onder invloed van afsluiter ‘Endless Song’) en na het verstrijken van de tijd wat eenvormig over te komen, een gevaar dat vaak om de hoek komt loeren wanneer aldoor gegrepen wordt naar dezelfde ingrediënten.