De Amerikaan Joseph Arthur is niet enkel op basis van zijn familienaam een erg voornaam man: hij is de muziek sterk genegen en kan zich tevens schilder (zie de zorgvuldig gepenseelde hoes en The Museum Of Modern Arthur) én dichter noemen. Toch wierp hij voorlopig vooral met zijn muzikale uitingen hoge ogen. Bovendien at hij met als leuze ‘verandering van spijs doet eten’ gedurende zijn muzikale loopbaan al van uiteenlopende walletjes. Zo evolueerde hij vanaf 1997 – uitgesmeerd over zeven studioalbums – van avontuurlijke troubadour naar een geluid dat meer injecties van alternatieve rock omvatte. Onderweg zocht hij verder nog even heil in orkestrale strijkers. Dit parcours bracht Arthur als voorprogramma onder meer op de podia van Peter Gabriel, Ben Harper, Gomez, REM en Tracy Chapman. Ook werd één van zijn nummers heropgenomen door Chris Martin (Coldplay) en Michael Stipe (REM) ten voordele van de slachtoffers van de orkaan Katrina. Recenter (2010) verblijdde Joseph Arthur de wereld met zijn bijdrage binnen de supergroep Fistful Of Mercy, samen met ondermeer Dhani Harrison en Ben Harper.
Anno 2011 toont Joseph Arthur dat hij nog steeds zijn zorgvuldige zelve is. Op ‘The Graduation Ceremony’, ’s mans achtste plaat, zijn de arrangementen perfect uitgekiend en daar is bovendien ook de zang minutieus over uitgestreken. Hoofdzakelijk op akoestische tonen heet de bard alle luisteraars welkom met het smakelijke ‘Out On A Limb’. Onmiddellijk weet hij te intrigeren met zijn klagende stemtimbre en zijn nét niet zeurende toon. Tijdens ‘Horses’ doet hij er nog een schepje bovenop wat dat laatste betreft, alleen gebruikt hij de stem voor de gelegenheid iets soulvoller en toont hij bovendien een uitstekend bereik te hebben. Op basis van wat gitaar, stroperige strijkers en een monotone percussie (met dank aan de veelgevraagde sessiedrummer Jim Keltner) weet J.A. een intrieste sfeer op te wekken.
Bij de aanzet van ‘Someone To Love’ bekruipt de gedachte de rug dat op ‘The Graduation Ceremony’ het ene hoogtepunt na het andere volgt. Zo toont hij zich hier als begenadigde verteller, die waar nodig een prachtige kronkel in zijn stem weet te leggen. Bovendien is het lied gericht ingevet met wat strijkers en aangenaam verzwaard met pianotoetsen.
Het tweede deel van het plaatje van Joseph Arthur is vervolgens wat geestdodend. Een nummer als ‘Midwest’ is bijvoorbeeld ronduit saai te noemen en ‘Call’ lijkt van diepgang verstoten. Gelukkig zijn tussen de vuilnis altijd nog wel wat schatten te ontdekken (de aardige pop van ‘Face In The Crowd’ en het aan Rufus Wainwright verwante ‘Gypsy Faded’), maar die weten niet te verhelpen dat ‘The Graduation Ceremony’ via deze weg uitdooft, zonder een diepe indruk na te laten. Uiterst jammer, want er moet op gehamerd worden: de eerste helft van dit album staat als een huis.