In een vorig leven zou de Spaans-Catalaanse gambist Jordi Savall historicus kunnen geweest zijn. De opnames die met grote regelmaat het licht zien bij zijn eigen label Alia Vox zijn altijd goed gedocumenteerd en zonder perfecte kennis van de context waarin bepaalde composities ooit tot stand is gekomen, weigert de man een opnamestudio binnen te wandelen. Er is echter meer aan de hand: Savalls ideeën over de uitvoeringspraktijk van oude muziek zetten zich verder naar de hele entourage van een bepaald onderwerp dat hij besluit aan te pakken. In geval van deze opname rondom Jeanne d'Arc wil de orkestleider kortom niet alleen dat alles muzikaal klopt, maar is het er hem ook om te doen dat alle historische duiding omheen het auditieve tot in de details goed zit. Voor al die arbeid volstaat een gewoon cd-boekje niet meer. Zo is 'Jeanne d'Arc – Batailles & Prisons' een zestalige uitgave in A5-formaat geworden met in totaal bijna 500 bladzijden tekst, miniaturen en foto's van de opname. Savall laat historici aan het woord over hoe Jeanne d'Arc nu precies heeft geleefd en zet anderen aan het werk om de vraag te beantwoorden waarom deze ene figuur zoveel generaties kunstenaars heeft geïnspireerd en dat nog steeds doet. Zelfs aan de plaats van Jeanne in de vooralsnog vrij korte geschiedenis van de cinema wordt een essay gewijd – kortom durft Savall het onderwerp helemaal open trekken en ten gronde uitspitten.
De twee cd's die bij dit muzikaal boek komen, zijn veel meer dan een bundeling van gevonden muziek die de sfeer van het verhaal onderstreept. Jeanne's levensloop wordt immers, in het Frans, tussen en op de muziek uit de doeken gedaan, als een echt luisterspel met personages en twee vertellers. De casting gebeurde daarbij huiveringwekkend nauwkeurig: de veroordeelaars van Jeanne d'Arc hebben een penetrante stem die door merg en been snijdt, terwijl Jeanne zelf met enkele woorden haar engelachtigheid en oprechtheid bewijst. Bij dat alles ging Savall op zoek naar passende muziek: niet zomaar overgeleverde stukken met een soortgelijk gevoel, maar werk dat ook bij de beschreven taferelen destijds zou kunnen gebruikt zijn. Ook daarvoor moet een erg omvangrijke muzikale studie gebeurd zijn. Daarnaast kroop Savall zelf in de pen, hetgeen hij begin de jaren '90 al deed voor Jacques Rivette's film over hetzelfde onderwerp, 'Jeanne la Pucelle'. Voor dit nieuwe project vulde de man de resterende hiaten op en bewerkte hij bestaande muziek. Zo zijn hier stukken te horen van onder andere Guillaume Dufay en Josquin Desprez. Savalls genie uit zich vooral in details van de aanvullingen, zoals de oorlogstaferelen waarin twee groepen historische blazers ineens dissonant door elkaar beginnen spelen. Het idee is dat de Engelse en de Franse troepen werden opgehitst met trompetten met een verschillende boring, waardoor boven het slagveld uit inderdaad een heuse kakofonie moet geklonken hebben.
Daarnaast is er gelukkig ook veel ruimte voor troostrijke gezangen en instrumentale muziek, die Jeanne d'Arcs tragedie emotioneel naar een hoger plan tilt. Het gekende verhaal wordt er des te meer aangrijpend door en de afwisseling van tekst en muziek zorgt ervoor dat de aandacht helemaal bij de totaalervaring blijft. Ook wat dat betreft werden kosten noch moeite gespaard: de twee jaar geleden overleden Montserrat Figueras leent haar sopraan aan oudere registraties die in het project werden verwerkt, net als de Braziliaanse María Cristina Kiehr die de actuele sopraanrol voor haar rekening neemt. Met Savalls ensembles La Capella Reial de Catalunya en Hespèrion XXI kan er tevens geen twijfel over bestaan dat naar de grootst mogelijke perfecte werd gestreefd. Ook nu weer maken beide collectieven hun reputatie waar: ze kunnen klinken als een stel serafijnen dat per toeval uit de hemel komt afgedaald, terwijl ze elders scherp en ongemeen expressief musiceren. Savall pakte al eerder uit met dit soort boeken en belooft dat te blijven doen. Hoe dan ook heeft hij met dit fantastische project zichzelf overtroffen en de lat wel erg hoog gelegd voor de toekomst.