'Insides' is het derde album van Jon Hopkins, een Brit die als twaalfjarige op het Royal College of Music belandde en daarna samenwerkte met David Holmes, Brian Eno, Massive Attack en Coldplay. Op 'Insides' weet Hopkins een goede balans te vinden tussen de elektronica en eenvoudige piano-arpeggio's die de plaat domineren en de occasionele aanwezigheid van een strijker, draailier of elektrische gitaar. Het album is een evenwichtig geheel geworden, hoewel de verschillende tracks van de cd onderling sterk kunnen verschillen van klank en opbouw. Zo wordt opener 'The Wider Sun' gedomineerd door akoestische drones van strijkers en draailier. In de volgende nummers wint de elektronica veld en naar het einde toe neemt de piano dan weer de overhand.
Een troef van de plaat is ongetwijfeld de verfijning van en de dosering binnen het geluid. Dat zijn muziek soms ronduit zoet en zacht klinkt, neemt niet weg dat Hopkins graaft in het geluid: niet naar de allerlaagste regionen, maar naar de warmste. De balans tussen de verschillende elementen is vaak zo nauwkeurig, dat er een auditief 3D-effect ontstaat, zonder dat Hopkins daarvoor moet terugvallen op voor de hand liggende stereo-effecten. Door deze ruimtelijke indruk kan Hopkins' muziek extra rijk klinken en tegelijkertijd wegblijven uit de barokke overdaad.
Met een combinatie van mooie, soms eenvoudige en zelfs naïeve akoestische melodieën en elektronica staat Hopkins in deze tijd niet alleen. Wat hem echter een streepje voor geeft op collega's is het feit dat hij niet kiest voor louter herhalende structuren. Zijn muzikale opbouw kan worden onderbroken en weer vertrekken ('Insides'), maar evengoed kan het tempo kan uit de muziek gehaald worden ('Colour Eye'). Wanneer hij in 'Light Through the Veins' toch expliciet repetitief uitpakt, kruidt hij het nummer met faseverschuivingen, waarbij de verschillende melodische lagen niet even lang duren en dus steeds anders tegenover elkaar komen staan.
Het consonante en het melodische maken Hopkins muziek erg toegankelijk. Dit wordt nog versterkt wordt door de overzichtelijke harmonische basis van de nummers die nu eens gewoon twee wisselende akkoorden bestaat, dan weer uit haast een schema van een klassieke song. Binnen dit concept slaagt Hopkins er in om voor heel wat variatie te zorgen, waarbij de verschillende tracks hun eigen soortelijk gewicht meekrijgen. 'Insides' weegt wat zwaarder dankzij de meer vierkante beat, terwijl in het lichtere 'Colour Eye' de meer onvoorspelbaar krakende en knetterende elektronica eerder korrelig klinkt, als rondzwervend digitaal afval.
In 'Wire' neigt Hopkins naar de triphop van pakweg Massive Attack met een combinatie van eenvoudige melodielijnen voorzien van echo en lang aangehouden tonen. 'The Low Places' heeft dan weer veel weg van een uitgedunde track van Air. De lichte elektronica legt een beat met Indische ambities neer, terwijl mistige akkoorden, pianoarpeggio's en pizzicato strijkers zich bewegen in een meer uitgebouwd harmonisch schema. Na deze bescheiden pracht en praal zijn de ultraconsonante pianostukken 'Small Memory' en 'Autumn Hill' wat zoutloos. Mooi en gaaf, maar niet met de boeiende uitwerking die de andere tracks van 'Insides' kleuren.
Meer over Jon Hopkins
Verder bij Kwadratuur
Interessante links