Het label Altara Archive geeft niets anders uit dan oude opnames opnieuw en voor deze cd groeven ze in de archieven van de Poolse radio en vonden opnames uit 1961 en 1962. Het Filharmonisch Orkest van Warshaw speelt Brahms' eerste en derde symfonie onder leiding van haar toenmalige chef-dirigent Witold Rowicki.

Rowickis interpretatie van beide werken is door en door romantisch – alsof beide symfonieën door Bruckner in plaats van door Brahms gecomponeerd waren. Zo wordt het eerste deel van de eerste symfonie erg traag genomen, net als het tweede deel (eigenlijk niet meer dan een gematigd intermezzo) van de derde. Hierdoor krijgt deze symfonie een volwaardig traag deel, en zo ook een grootse, symfonische allure. Snelle delen, zoals het eerste een laatste deel van de derde, worden dan weer op het randje af te snel genomen, zodat ze soms net niet gehaast klinken. In het derde deel van de eerste symfonie – vooral in het mooie, heroïsche trio, lijkt het alsof de muzikanten dan weer volledig op de rem gaan staan. Maar over het algemeen stelt Rowicki de twee werken mooi en gebalanceerd voor.

Een hele reeks kleine foutjes bederven echter veel van de kwaliteit van de cd. Enkele keren slaagt Rowicki er niet in een vast tempo te houden. Zo lijkt het begin van de snelle sectie uit het eerste deel van de eerste symfonie wat twijfelend van start te gaan en duurt het enkele maten voor de muzikanten een vast tempo gevonden hebben. Bovendien laten de blazers van het orkest vaak wat steken vallen. Soli worden over het algemeen goed uitgevoerd, zij het dan soms met een wat atypische zwaarmoedigheid. Maar de klarinetten klinken zwakjes, met een lichte en wat schelle toon, terwijl de fluitsectie volledig ondermaats presteert: een veel te grote vibrato en een weinig gecentreerde klank maken al te veel kapot. Bovendien blijkt het koper niet bijzonder accuraat te zijn. De ritmische moeilijkheden in het laatste deel van de derde symfonie leveren meer dan eens problemen op en zo lopen soms hele passages wat scheef, om dan pas enkele maten later terug op hun pootjes te vallen. Ook die volle klank die Brahms' muziek zo kenmerkt ontbreekt maar al te vaak en tot slot hebben vooral de kopers wel eens last van intonatieproblemen. De strijkers spelen beter, al klinken de violen, vooral in hoge passages, iets te scherp. Dit kan natuurlijk ook aan de opnamekwaliteit zelf liggen, maar die is over het algemeen goed – beter zelfs dan men zou verwachten van een opname uit de jaren zestig van achter het ijzeren gordijn komt. Nergens hoort men storende achtergrondgeluiden, de orkestklank wordt zo getrouw en zo weinig mogelijk vervormd weergegeven en de balans wordt goed verzorgd. Een historische uitgave met zowel goede als slechte kanten dus. Hoewel de opnamekwaliteit en de remastering goed zijn, had de uitvoering zelf beter gekund...

Meer over Johannes Brahms


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.