De zes suites BWV 1007 tot 1012 voor cellosolo zijn zes van Bachs bekendste en meest gespeelde composities. Bach schreef de suites hoogstwaarschijnlijk in de periode tussen 1717 en 1723 toen hij kapelmeester in het Saksische Cöthen was en erg vaak de gelegenheid had om niet-religieuze, instrumentale muziek te schrijven. Hij houdt zich strikt aan de klassieke barokke suitevorm, van vijf hofdansen (een 'Allemande', gevolgd door een 'Courante', 'Sarabande', 'Menuet' of 'Bourée' en een snelle 'Gigue' als afsluiter) voorafgegaan door een 'Prélude'. Bach koos echter een instrument dat tot dan toe veelal als basso continuo instrument gebruikt werd en schreef zes zesdelige solosuites die niet alleen de technische mogelijkheden van het instrument tot het uiterste drijven maar ook gerust tot Bachs meest ingenieuze composities gerekend mogen worden. De zes suites behoren tot het standaardrepertoire van elke cellist hoewel ze waarschijnlijk niet voor de moderne cello maar voor een barokke violoncello da spalla (die op de schouder bespeeld werd) geschreven werden.
De Russische celliste Tatjana Vassiljeva volgt met deze Bach-cd een discografie op die tot hier toe grotendeels uit twintigste-eeuws en romantisch repertoire bestond. Ze bezit een vlekkeloze techniek en een mooie, volle sonoriteit, zeker op de laagste snaren. De snellere dansen bezitten een vlotte cadans, een ritmiek die direct aanslaat maar de tragere secties houdt Tatjana Vassiljeva helemaal niet interessant genoeg. Een 'Courante', een snelle renaissance dans in een vrij snelle driekwartsmaat klinkt springerig genoeg maar de 'Allemandes', met hun tweeledige langzame ritmes of de even langzame 'Sarabandes' missen erg vaak reliëf. Het is niet dat Vassiljeva een overdreven romantische uitvoering neerzet, integendeel: ze speelt met een verwaarloosbare hoeveelheid vibrato en fraseert doorgaans duidelijk en afgelijnd. Maar erg vaak komen deze cellosuites wat vlak over. Terwijl men, zelfs als men deze werken als puur intellectualistische compositieoefeningen bekijkt, niet kan ontkennen dat de barokke dansen die Bach gebruikt een erg aanstekelijke cadans in zich meedragen maar die cadans laat het hier jammer genoeg wat vaak afweten. Dat wil niet zeggen dat Vassiljeva gevoelloos speelt: ze trekt de tempi van trage delen nog wat naar beneden en kan zo een erg intieme sfeer oproepen. Bovendien bevat deze dubbel-cd ook zeker wel delen die aanstekelijk werken, zoals de twee 'Bourrées' uit de vierde suite, met hun snelle tempi en vlotte loopjes.
Dit blijven knappe uitvoeringen van indrukwekende solowerken maar Bachs cellosuites zijn gekend genoeg en er zijn dus ook boeiendere, gevarieerdere versies op de markt, zoals de recente opnames met Sigiswald Kuijken op Violoncello da Spalla bijvoorbeeld (Accent ACC 24196) of die met Pieter Wispelwey op de moderne cello (Channel Classics 12298).
Meer over Johann Sebastian Bach
Verder bij Kwadratuur
Interessante links