Het minste wat men van de Russische pianist Vladimir Ashkenazy kan zeggen is dat hij inmiddels een flinke discografie bij elkaar heeft gemusiceerd. Wat zijn opname van bijvoorbeeld de 24 preludes en fuga’s van Shostakovich of de vele YouTube-fragmenten die van de man circuleren aantonen, is zijn zin voor een forse lezing van gekende partituren. Ook in zijn aanpak van Bach verandert hij zijn stijlkenmerk niet: hij raast als een gek door de zes partita’s, zonder hun eigen karakter uit het oog te verliezen en met een niet te versmaden technische perfectie waar weinig pianisten van zijn generatie aan kunnen tippen.
Een klein decennium terug bracht Richard Goode bij Nonesuch echter een schitterende opname van de partita’s uit en daaraan kan Decca met Ashkenazy niet tippen. De Rus is sowieso meer een pianist die met het meer agressieve repertoire wordt vereenzelvigd, meer bepaald de Russische (post-)romantische componisten zoals Rachmaninov en Shostakovich. Dat hij ook Bach met succes kan benaderen, bewees zijn opname van ‘Das Wohltemperierte Klavier’, maar ook dat was geen uitvoering die een klassieke muziek-liefhebber per definitie moest aankopen. Voor de elegantie zijn Goode, Pollini en anderen beter, voor de interessante lezing is Gould wellicht een aanrader. Goode is bovendien in alle opzichten superieur: hij is intellectueler en zachter dan een soms te stevige Ashkenazy. Laatsgenoemde schittert dan weer in de snelle delen, waar hij een immens technische bagage koppelt aan een doorgedreven zin voor transparantie, maar dat is doorheen de interpretatie van Goode eigenlijk niet anders, terwijl deze laatste ook fijner speelt.
Ashkenazy staat echter eenzaam aan de top wat zijn technische perfectie betreft. Ondanks zijn moordende tempo en zijn eerder bruuske accenten houdt hij de lijnen transparant en soepel, wat een ongeëvenaarde ervaring is wat de Bach-partita’s betreft. Helaas klinkt de pianist omwille van dat razende tempo af en toe buiten proportie gehaast. De kalmte en het evenwicht die de muziek van de Barokke meester quasi altijd ademt, dreigt hier kopje onder te gaan in het virtuoze vertoon. Met een zeer milde linkerhand wordt die latente zenuwachtigheid deels gecompenseerd, maar ergens blijft ze toch aanwezig en omwille daarvan laat deze dubbel-cd zich eigenlijk niet in een trek beluisteren.
De mix tussen elegantie en vaart is bevreemdend, maar werkt raar genoeg verre van slecht. De partita’s krijgen een nieuwe dimensie nu ze zo spitant worden uitgevoerd. Een dergelijke “wilde” lezing is blijkbaar erg in, want onlangs nog deed Isabelle Faust voor Harmonia Mundi een gelijkaardige kunstgreep in de bekende partituur van de vioolpartita’s en –sonates. Niet dat Ashkenazy of Faust zich wagen aan regelrechte “verkrachtingen” à la Gould, maar de nieuwe tendens is toch opvallend. Desondanks blijft de harmonieuze versie van Goode preferabel: ze is kalmer en benadert meer de verheven en spirituele geest van Bach. Ashkenazy werpt een boeiend nieuw licht, maar nog meer ontroering ligt elders voor het grijpen…
Meer over Johann Sebastian Bach
Verder bij Kwadratuur
Interessante links