De IJslander Jóhann Jóhannsson heeft inmiddels een cultstatus verworven bij een publiek dat houdt van desolate, hoog-Scandinavische muziek. Zijn unieke combinatie tussen klassieke muziek en moderne elektronische ingrediënten – ondertussen goed voor vier succesplaten - blijkt vaak uiterst geschikt om ver in weg te dromen. In afwachting van een nieuw meesterwerk van deze componist komende lente, heeft 4AD besloten om het debuut van de man opnieuw uit te geven. 'Englabörn', oorspronkelijk geschreven voor een gelijknamig toneelstuk van Hávar Sigurjónsson, blijkt na vier jaar nog niets aan kracht te hebben ingeboet en geeft blijk van een Jóhannsson die vanuit zijn klassieke scholing erg voorzichtige stapjes onderneemt naar het moderne muzikale leven.
'Englabörn' zet zijn toehoorders aanvankelijk een beetje op het foute spoor. Opener 'Odi et Amo' is immers opgehemeld met een half mechanische, door de computer geproduceerde engelzang. Dat maakt dit nummer een stuk meer afgebakend dan de rest van de plaat, die verder uitsluitend instrumentaal is. Enkel een door schuifelende triphopbeats begeleid 'Sálfraedingur' treedt nog in de moderne, pasklare voetsporen van de eerste track en doet met zijn staccato strijkers zelfs een beetje denken aan een filmscore van Craig Armstrong. Verder bestaat dit werk echter uitsluitend uit klassieke passages waarin afwisselend piano of viool sfeerbrenger spelen. De veertien tracks – telkens voorzien van onuitspreekbare IJslandse titels – staan verder ook erg los van elkaar, wat natuurlijk geen uitzondering is voor een plaat die een visueel spektakel begeleid. Jóhann Jóhannsson heeft wel gepoogd het geheel min of meer te transformeren in een apart muzikaal concept, maar beelden zouden hier toch zeker een meerwaarde kunnen vormen. De man zorgt immers voor veel verwondering en dromerigheid en zelfs voor penetrante leegtes in het merendeel van de songs. Vooral het middenstuk van deze plaat krijgt te kampen met een gebrek aan duidelijke thematiek en lyriek. Dat maakt het gevaar van indommelen reëel – iets wat overigens erg spijtig zou zijn bij romantische sfeerimpressies op piano als 'Bad' of het betoverende 'Karen býr til engil' op klokkenspel. Gelukkig wordt die verzwakte greep op de luisteraar wel min of meer rechtgezet. '"Eg átti gráa aesku"' krijgt immers opnieuw een zachte elektronische ritmiek toegemeten en in het zacht opklimmende '...eins og venjulegt fólk' komen piano, strijkers en klokkenspel mooi samen. Dit laatste had dan ook allicht beter als afsluiter gefungeerd dan de wel erg desolate, afgeslankte versie van de openingstrack.
'Englabörn' bewijst dat de muziek van Jóhann Jóhannsson absoluut tijdloos is. Wie opgezet is met erg rustige, klassieke filmmuziek en niet schrikt van een modern accentje hier en daar, kan van deze plaat blijven snoepen. Inmiddels heeft de man wel enkele werken op zijn cv staan die iets opzichtiger zijn, maar van tijd tot tijd een beetje wegdromen kan natuurlijk absoluut geen kwaad.
Meer over Jóhann Jóhannsson
Verder bij Kwadratuur
Interessante links