Denken in stereotiepen is een gevaarlijke bezigheid. Neem nu 'Englabörn', de eerste solo cd van de IJslander Jóhann Jóhannsson. Gemaakt als muziek bij een ronduit gewelddadig theaterstuk en toch werd het geen auditief beulenwerk. Want zo agressief als het theaterstuk is, zo kwetsbaar klinkt de muziek. En dan kan het tweede stereotiepe beeld komen. Want IJslands en fragiel? Een mens zou voor minder aan múm en Sigur Rós denken. En niet geheel ten onrecht, want fans van deze bands zullen met 'Englabörn' ook wel weg weten. Sprookjesachtig, melancholisch, repetitief en meditatief als in de muziek van Pärt of aangenaam geheimzinnig als Mike Oldfields Tubular Bells versmelten een strijkkwartet, percussie, piano, klokkenspel, harmonium, orgel en fijne elektronica hier tot een geluid dat warm en koud tegelijk is. Volledig tonaal en consonant en met terugkerende akkoordenreeksen en traag ontwikkelende melodieën gaat de muziek snel vertrouwd klinken zonder daarom voorspelbaar te worden.
De muziek verdampt en condenseert waar de luisteraar bij zit. Zoemende tremolo's van de strijkers bevriezen het geluid, lang aangehouden klanken laten het verstenen en de goedgemikte stiltes zetten zelfs de tijd in 'Jói & Karen' stil. Klokkenspel, piano, harmonium en orgel worden over de strijkers gestrooid of fonkelen er tussen. De elektronica wordt slechts sporadisch aangewend en verstoort nergens de sfeer: een zachte, vervormde stem, één gesamplede trompetklank, zacht geplopper en gezoem of licht stotterende klanken mengen zich bijzonder mooi in de feeërieke sfeer. Wanneer het ritme dan iets nadrukkelijker wordt, gaat de muziek een beetje opwarmen. Zo bezorgt de zacht rollende percussie 'Sálfræðingur' een voorzichtige drive, terwijl de homofoon gespeelde ritmes van de strijkers in 'Ég sleppi þér aldrei' even een tango effect geven. Dat dit laatste vooral een gevolg is van het contrast met andere, quasi stilstaande stukken, typeert deze cd: juist door de contrastwerking gaan nummers uit de band springen zonder dat ze daarom ergens een extreem zouden opzoeken.
Bloedstollend mooi, enorm tot de verbeelding sprekend en absoluut niet catalogeerbaar. Eenvoudig en vanzelfsprekend, zonder gratuit of gemakkelijk te worden. Jammer dat de nummers niet nog verder uitgewerkt werden, want met het gebruikte materiaal zijn complexere en gelaagdere structuren mogelijk zonder dat de muziek daarom minder beluisterbaar zou moeten worden. Misschien een beperking van het theater?
Meer over Jóhann Jóhannsson
Verder bij Kwadratuur
Interessante links