Blue Note Records brengt met 'Retrospective' een 4CD-box uit van 's werelds bekendste jazzorganist, Jimmy Smith. Oorspronkelijk een pianist zag hij in 1950 Bill Davis op orgel spelen en hij zei de gevleugelde woorden: "To hell with the piano, I'm going to play that sucker", een beslissing die niemand betreurd heeft. De vier cd's geven een chronologisch overzicht van Smiths carrière bij Blue Note. Blues, r 'n' b, jazz en soul worden doorspekt met humor, virtuositeit en spelplezier.
De eerste schijf focust op de vroege opnames van de trio's die de organist vormde met gitarist Thornel Schwartz en drummers Bay Perry en Donald Bailey. Het verduiveld leuke samenspel op de blues 'You get 'Cha' levert het trio een opwindende dynamiek op. Het thema wordt unisono ingezet, waarna Schwartz begint warm en vloeiend te soleren. Wat opvalt is Smiths begeleiding. Nu eens werkt hij met lange, zachte akkoorden, dan weer blokt hij ze agressief af. Dit kenmerk sijpelt ook door in zijn soleerstijl: staccato fraseringen worden afgewisseld met vloeiende, maar pittige ritmes. Ondertussen swingt hij ook een slome walking bass uit de voetpedalen. Smith maakt meesterlijk gebruik van de klankkleur-mogelijkheden van het Hammond B-3 orgel. Naadloos schakelt hij van een scherpere, klank voor de begeleidende akkoordenblokken over naar een zoetere, stomerige toon voor het thema. Het trio vliegt als een razende door 'The Champ'. Snelheid en ritme zijn echter niet de enige smaakmakers. Smith creëert alleen al drie stemmen die de luisteraar omver blazen. Schwart stijgert met energetische, bruuske akkoordjes die een jagend effect van de kampioen nastreven.
Dat Smith ook een gevoelige kant heeft, toont hij met de ballad 'Round Midnight' op cd twee. Met een enorme soul en ingehouden passie vertolkt de autodidact de standard op een donkere en lyrische manier. 'The Duel' is een wonderbaarlijk gevecht tussen drummer Art Blakey en Jimmy Smith. Blakey speelt een actieve rol in het thema en geeft krachtige accenten met zijn cimbaal. Dan wordt de versnelling de hoogte in gesmeten, gestimuleerd door een afterbeat op de hihat. Blakey gunt zichzelf geen rust tijdens zijn solo en verkent alle ritmes op een fast forward manier. Kanonslagen, mitrailleurroffels en cimbaalregens stelen de aandacht. Naarmate het nummer vordert, nadert het orgelspel zijn, bijna beestige, orgelpunt wanneer Smith zware, akkoorden afwisselt met spacey loopjes, van climax naar anticlimax en terug.
De derde plaat opent met het twintig minuten lange 'The Sermon', een slome blues. Smiths spel is gevarieerd en boeiend genoeg om zo'n lange blues te overleven. De venijnige, snelle herhalingen van één noot, vingervlugge loopjes en uitgerekte akkoorden zorgen voor een flinke dosis soul. 'See See Rider' heeft een prettige groove en een leuk dialogerende gitaar- en orgelpartij. De laatste cd omvat de studio-opnames met tenorsaxofonist Stanley Turrentine. 'Funji Mama' krijgt mede door deze man een prettig gestoord karakter. Tingelende percussie en een Caraïbisch themaatje swingen lustig in het rond. Uiteraard orgelt Smith er frivool tussendoor, echter zonder de compositie uit het oor te verliezen.
'Retrospective' geeft een compleet overzicht van Jimmy Smith als organist en zijn plaats in de muziekgeschiedenis. Het is een compilatie die Hammondhaters (wie zijn ze? wat beweegt hen?) best aan de kant laten liggen. Voor fans is dit een snoepje en ook voor mensen die niet bekend zijn met de koning van het jazzorgel is het een smaakmaker.
Meer over Jimmy Smith
Verder bij Kwadratuur
Interessante links