In de internationale pers worden voor het omschrijven van Warmsley's muziek al eens fraaie namen als Aphex Twin en Arcade Fire bovengehaald. Deze duiden echter eerder op een vage familieverwantschap dan op een heel concrete invloed. Op zijn debuutalbum 'The Art of Fiction' heeft deze jonge Brit namelijk geen klemtoon gelegd op het symfonische, noch op het elektronische. Wel weet hij – net als de aangehaalde referenties – een heel eigen muzikale aanpak te verzoenen met een grote toegankelijkheid.
Hoewel de songs van Warmsley in grote lijnen klassiek van vorm zijn, worden de traditionele strofes en refreinen bij hem danig vermomd. Dit gebeurt onder andere door de soms wat vreemde melodische wendingen in de stem van een enthousiast zingende Warmsley. Hierdoor kunnen de nummers soms wat vreemd en gemaakt overkomen, vooral in de tweede helft van het album. Bij een tweede beluistering klinken de meeste tracks echter al snel vertrouwd.
Naast een eigen omgang met melodie houdt Warmsley ervan om zijn songs bijzonder fraai te verpakken. Heel wat nummers kennen qua arrangement geen rustpunt en vliegen van het ene stadium in het andere. De piano neemt geregeld een centrale plaats in, maar strijkers, elektronica, blazers, klokkenspel en synthesizer verrijken de klankkleur met onverwachte schakeringen. Hier en daar is Warmsley door het stapelen van de verschillende elementen niet vies van een massaal effect, maar symfonische allures blijven hem vreemd.
Door de uitgekiende aankleding worden nummers als 'Dirty Blue Jeans' (met subtiele manipulaties van de klassieke songstructuur, een veranderend strijkersarrangement en een enthousiast hamerende piano), 'Promise', 'Jonathan & The Oak Tree' en 'Modern Child' niet vanzelfsprekend om in een live-context te brengen. Toch bewaart Warmsley genoeg "song" achter de arrangementen, ook wanneer hij heel uiteenlopende invloed gaat vermengen. Zo blijft '5 Verses' een duidelijk liedje ondanks de strakke, wat hoekige Battles-achtige gitaarlijn die gecombineerd wordt met een samenzang met Beatles-allures. Idem voor 'Modern Child' waar hij van een donker, new wave-verwant geluid opschuift richting indiepop.
Tegenover deze uitgekiende arrangementen staat dan weer een nummer als 'I Knew That Her Face Was a Lie' dat door de focus op piano en stem een meer klassieke singer-songwriter laat horen. Ook 'The Young Man Sees the City as a Chessboard' klinkt homogener door de consequente begeleiding van elektronica en rammelende percussie.
Wie deze cd beluistert, rustig onderuit met een glaasje wijn, doet Jeremy Warmsley en zichzelf geen recht, want hoewel het album aanvankelijk wat druk kan klinken, bevat het alle kenmerken van een groot songschrijver en dito arrangeur. Hiermee plaatst hij zich duidelijk in de lijn van Patrick Wolf en – wanneer Warmsley zijn drukke zangstem bovenhaalt – why? en dat zijn minstens even fraaie referenties als Arcade Fire en Aphex Twin.
Meer over Jeremy Warmsley
Verder bij Kwadratuur
Interessante links