Klarinettist, studiotechnicus en mixer bij optredens: de muzikale mogelijkheden van Jeremiah Cymerman worden niet begrensd door die van zijn instrument of zijn eigen speeltechniek. Zelfs niet op ‘Real Scars’: een soloalbum, tenzij de elektronica en de studiotechniek als een volwaardige partner beschouwd worden en daar is in dit geval wel reden toe.

Cymermans klarinet is inderdaad slechts een deel, zij het een heel belangrijk, van het verhaal. Elektronische geluiden, effecten en manipulaties plaatsen het instrument echter in een buitenwereldse context die in elke track van deze korte cd een andere gedaante aanneemt. Echt vettig wordt de technologie er nooit opgesmeerd. Cymerman zet niet zozeer in op kwantiteit, maar op kwaliteit: de impact van een geluid is essentiëler dan het volume of de stapeling van verschillende lagen. Met een gemakkelijk geplaatst distortioneffect is hij duidelijk niet tevreden.

Een gelijkaardige benadering is ook bepalend voor het verloop van de tracks. Die hebben dan misschien geen doorlopend muzikaal thema, maar springen ook niet van de hak op de tak. Cymerman neemt de tijd om de muziek te exploreren en te laten evolueren, waardoor de luisteraar alles kan laten intrekken: geen overbodige luxe, gelet op de heel aparte elektro-akoestische klankenwereld van de klarinettist-techneut.

Het resultaat is een album dat nooit zo donker-dreigend of statisch klinkt als Cymermans andere recente releases ‘Sky Burial’ en ‘Pale Horse’. De sfeer ver voorbij, gaat Cymerman hier op zoek naar heel contrasterende insteken voor elke track. Zo start ‘Old Wounds’ vanuit drone, waarboven pas later een cirkelende klarinet herkenbaar wordt. Het geluid wordt grover en grover van vorm tot de klarinet plots in canon te horen is. Hier wordt duidelijk hoe genuanceerd Cymerman met muziek en techniek omgaat. Hij stelt zich niet tevreden met het loutere effect, maar laat de tweede stem zwaar gehavend tevoorschijn komen, alsof die met digitaal salpeterzuur bewerkt werd. Die finesse komt tegen het einde nog eens terug wanneer Cymerman fladderend aan de haal gaat in een half overstuurd geluid, waarop opnieuw wat goed gedoseerde delay gegoten wordt: geen extremiteiten, wel details.

Heel anders klinkt ‘Deep Cuts’, dat qua geluid baadt in de elektronica van de jaren ’50 en ’60, toen die nog het terrein was van wetenschappers in witte jassen. Wat een melodie had kunnen zijn, wordt hier gereduceerd tot minimaal verbuigende toonhoogteverschillend, waardoor alle aandacht gaat naar de nuances in de kleur. Opnieuw haalt Cymerman het delayeffect boven, maar nu is het resultaat een schimmenspel. Hij blijft het geluid abstraheren (soms lijkt hij haast onder water te spelen), tot plots een vloeiende, slibberige melodie opduikt. Die wordt bewerkt met manipulaties die zo vluchtig zijn dat het wel ongelukjes lijken. Voor het slot mag het melodische opnieuw het voortouw nemen, maar nu in een net iets vastere gedaante, alsof het geluid opgebouwd is uit stroperig kruipend, gesmolten metaal.

Voor de inzet van ‘Family of Origin’ kiest Cymerman dan, verrassend genoeg, voor een akoestisch gevoel. Opnieuw klinkt een vaag spel met toonhoogtes door ondermeer een zelfde noot met verschillende grepen te spelen. Die schijnbewegingen moeten echter meer en meer de elektronica naast zich dulden: eerst met een psychedelisch echo-effect, daarna met vage beats, zijdezacht kraken en flipperende glitchgeluiden. Hiermee zet hij de deur wagenwijd open voor de clichés van de “alternatieve” elektronica. Dat hij daar desondanks zelfs niet in de buurt komt, laat horen dat hij het materiaal meester is. En dat is niet iedereen gegeven.

Meer over Jeremiah Cymerman


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.