Reeds vele jaren schrijft componist-muzikant Jan Kuijken voor theater en dans. Op Vertigo is daarvan een kleine compilatie te horen. Vroeger geschreven werken worden hier met kleine bezetting van viool, altviool, cello, piano, fluit, (bas)klarinet, en hoorn uitgevoerd. De composities zijn echter stuk voor stuk her- en bewerkt om hen zo goed mogelijk tot uiting te laten komen op plaat. Qua structuur bevinden de stukken zich in de grijze schemerzone tussen de strikt genoteerde klassieke partituur en de vrije improvisatie. De meeste stukken kennen een zeer grillig verloop, een atonaal klankpatroon en de afwezigheid van een strikt metrum. Er wordt gespeeld met golven van klank die zich langzaam ontwikkelen of die abrupt afgebroken worden door nieuwe thema's.
Een 'Ouverture' voor fluit, hoorn, piano en strijkinstrumenten opent de cd op mysterieuse wijze. De compositie is opgebouwd rond een hoekig, agressief ritmisch thema afgewisseld met een licht, walsend thema. Op het einde van dit werk valt deze ritmische zekerheid weg. De piano valt in en domineert de rest van het stuk op een zeer improvisatorische manier. De verscheidenheid die in deze compositie aan bod komt is typerend voor de rest van de cd. Deze verscheidenheid komt niet per se aan bod binnen elk nummer op zich, zoals in de ouverture het geval is, maar wel over de verschillende composities heen. Zo is het volgende nummer, 'Primitiv', een zeer aritmisch werk, met avant-garde technieken op cello en een weemoedige basklarinet epiloog.
Structuur en niet-structuur worden echter ook enkele keren geniaal tot elkaar vervlochten. In 'Slow theme' begeleidt een ostinate piano een viool solo met licht impressionistische akkoorden. De viool beweegt zich echter relatief vrij boven deze ritmische en harmonische regelmaat. Hier vervaagt het onderscheid tussen vrije improvisatie en klassieke notatie. Hoe dit werk opgevat is, is niet duidelijk, maar doet eigenlijk ook niet ter zake. Het geheel is volmaakt of het nu door improvisatie of noeste ratio tot stand is gekomen.
Deze eeuwige spanning tussen structuur en niet-structuur, openheid en beslotenheid, expressionele vrijheid en functionele ondergeschiktheid loopt als rode draad door Kuijkens composities. Op deze cd is te horen hoe avant-gardistische klassieke muziek heruitgevonden kan worden zonder de absolute vervreemding van de luisteraar in de hand te werken, maar eveneens zonder te vervallen in vulgariserende vereenvoudiging.
Meer over Jan Kuijken
Verder bij Kwadratuur
Interessante links