Sinds het Amerikaanse Isis in 1997 besloot om de eigenaardige mengeling van zware metal, kale postrock en elektronische geluidseffecten tot een eigen stijl uit te bouwen, heeft het kwintet al enkele zeer authentieke cd's uitgebracht. Na hun langspeeldebuut 'Celestial' (2000), dat voor het eerst Isis' opvallende geluid en thematiek onder de aandacht bracht, namen de heren ook het mini-album 'SGNL>05' (2001) op, dat zowel muzikaal als thematisch (en zelfs qua lay-out) een vervolg op 'Celestial' vormde. Maar hoewel dit werk een soort schakelpunt in Isis' carrière is gebleken (opvolgers 'Oceanic' (2002) en 'Panopticon' (2004) gingen stilistisch een andere kant uit), is het toch het ietwat vergeten broertje van Isis' eerste full-cd gebleven. Daar moet deze heruitgave echter verandering in brengen.
'Celestial' stak van wal met 'SGNL>01' en rondde af met 'SGNL>04 (End Transmission)': deze mini-cd neemt de draad weer op met het suggestieve 'SGNL>05 (Final Transmission)', dat garant staat voor drie minuten sferische ambientgeluiden en elektronische tapeloops. Het epische 'Divine Mother (The Tower Crumbles)' maakt daar echter abrupt korte metten mee: strofes met een stiekeme Tool-invloed worden in balans gehouden door zware refreinen met een death metalgeluid. De zeer stil gemixte zang van Aaron Turner zoekt zijn weg doorheen Michael Gallaghers massieve gitaarmuur en wordt in toom gehouden door de slepende drums en lichte cimbaalaccenten van Aaron Harris: avant-garde hardcore in een experimenteel harnas. Na vijf minuten gecontroleerd geweld neemt een semi-akoestisch intermezzo met oosterse melodieën de bovenhand, om daarna weer netjes te worden weggespoeld door een donkere metalen lavastroom. Alsof het contrast nog niet genoeg in de verf wordt gezet, blijkt opvolger 'Beneath Below' te bestaan uit industrialgeluiden, elektronische percussiekanonnen en een kale synth die de hypnotiserende zang begeleidt. Deze vijf minuten durende geluidenopbouw op een repetitieve, simpele beat lijkt bijna op het meest experimentele werk van Pink Floyd onder een vroege Nine Inch Nails-groove.
Daarna gaat de storm echter even liggen: 'Constructing Towers' blijkt na een korte akoestische aanhef een logge, modderige metalmallemolen van een dikke acht minuten die ondanks enkele schaarse percussieversnellingen en zachte screams veel te lang gerokken wordt. Goed voor de sfeer van het album, dat wel, maar als nummer op zich is het simpelweg niet sterk genoeg. De gewiekste afsluiter 'Celestial (Signal Fills the Void)' is daarentegen een herwerking van 'Celestial (The Tower)' vanop Isis' vorige album, professioneel onder handen genomen door Justin K. Broadrick (ex-Godflesh). Het nummer begint als rustige postrock: een scherpe bas en een gortdroge gitaar gaan de dans aan met sferische zang en elektronische oorsnoepjes, terwijl zachte gitaareffecten en betoverende trancesynths een meer dan aangenaam achtergrondtapijt weven. Het einde bevat een minimalistische synth-uitro die op een verrassend dreigende manier daalt en uiteindelijk doods stilvalt.
Dankzij de heruitgave van 'SGNL>05' wordt benadrukt dat het album soms onterecht als het nakomelingetje van 'Celestial' wordt afgedaan. Het contrast tussen rustige ambient en stevige kleppers is een blauwdruk van Isis' persoonlijke geluid, dat ondertussen op zich weer een zekere evolutie heeft doorgemaakt. Toch mist het album net die nodige nuance om ten volle te overtuigen: aan coherentie of originaliteit is er alleszins geen gebrek, maar het geheel wordt ook niet constant boeiend gehouden. Desalniettemin kan dit absoluut tellen als voorsmaakje voor de binnenkort te verschijnen nieuwe Isis-cd: lang niet elke groep durft zo radicaal zijn eigen weg uit te stippelen. Ongeduldige moshers of rockers met oogkleppen: opgepast.
Meer over Isis
Verder bij Kwadratuur
Interessante links