'The Rake's Progress' is Stravinskis enige echte opera. Hij schreef nog wel drie andere grote werken voor het theater maar echt als opera kunnen het korte 'Mavra', het 'Lyrische Sprookje' 'Le Rossignol' of het oratorium 'Oedipus Rex' niet beschreven worden. Met 'The Rake's Progress' uit 1951 sluit Stravinski zich echter bewust aan bij negentiende en vooral achttiende-eeuwse operatraditie: hij ging zelfs zo ver om zijn opera in een klassieke nummerstructuur onder te verdelen, met een afwisseling van recitatieven en aria's. Het verhaal speelt zich dan ook in het achttiende-eeuwse Londen af en is geïnspireerd op de gelijknamige reeks moralistische gravures van de Engelse satirist William Hogarth. Het vertelt de ondergang van Tom Rakewell, een goede maar karakterloze jongeman die door de duivelse Nick Shadow naar London wordt gelokt met beloftes van roem en rijkdom maar uiteindelijk in het gekkenhuis belandt. De teneur van het verhaal is echter minder tragisch dan wel satirisch en de opera sluit af met een moraliserend tafereel waarin de hoofdpersonages een voor een tevoorschijn komen en in de traditie van talloze achttiende-eeuwse opera's en toneelstukken het publiek aanmanen op te passen voor de verleidingen die de duivel hen voor de neus schuift.
Dit is een opname van de wereldpremière van de opera, in de Scala van Milaan in 1951 met Stravinski als dirigent. De ouderdom van de opname is echter onmiddellijk hoorbaar en de geluidstechnici bij Opera d'Oro hebben zich ook niet veel moeite getroost om die te verbeteren. Zo klinkt de hele uitvoering dof, als van onder een dikke laag stof. Het applaus, niet alleen na elke akte maar ook na een opvallende aria blijft op de cd staan en de standaard van uitvoering is niet op elk vlak even hoog als tegenwoordig. Een uitvoering onder leiding van de componist bezit echter een autoriteit waar geen enkele andere opname aanspraak op kan maken en Stravinski houdt zijn uitvoering vlotjes en licht, speels zelfs en hij weet precies welke fijnere kantjes van de begeleiding naar voren moeten komen. Maar vooral aan de blazers van het orkest van de Scala van Milaan is te horen welke lange weg er, kwalitatief sindsdien nog is afgelegd. Zo voelt zelfs de neoklassieke toccata voor koperblazers waarmee de opera begint wat wankel aan. En de introductie tot de tweede scène, een heerlijk stukje orkestrale satire vol onregelmatige ritmiek klinkt zelfs ronduit rommelig.
Elisabeth Schwarzkopf is een icoon uit de twintigste-eeuwse operawereld en onmiddellijk herkenbaar als Anne Trulove. Men hoeft maar de klassieke opnames van Richard Strauss' opera's voor de geest te halen om zich voor te stellen hoe ze deze Stravinski zingt, zwoel en sterk naar de Duitse operette neigend. Haar lezing van de aria 'No Word from Tom' blijft, dankzij haar typerende zangstijl, met een snelle vibrato en een manier om vaker wel dan niet van noot naar noot de glijden, vrijwel een unicum. Otakar Kraus is ook zo'n legende uit de periode van tijdens en net na de Tweede Wereldoorlog. Hij zingt de rol van slechterik Nick Shadow capabel, zij het dan een beetje te heroïsch voor wat in se aan grotesk personage blijft.
Beide zangers zijn eigenlijk beter verstaanbaar dan Robert Rounseville, die Tom Rakewell zingt en wat teleur stelt, door zijn weinig accurate zanglijnen en doffe klank, al kan voor dit laatste ook de opnamekwaliteit verantwoordelijk zijn. De zangers en het koor zijn over het algemeen trouwens slecht verstaanbaar, terwijl 'The Rake's Progress' nu net door zijn gebruik van het Engels een opera kan zijn die voor een hedendaags publiek gemakkelijk te volgen is. Baba the Turk (Jennie Tourel) en Mother Goose (Nell Tangeman) bezitten echte humor een sterke acteerprestaties in hun interpretatie, vooral dan Baba the Turk, die op een bepaald moment Toms veelpratende vrouw wordt en wie Tom het zwijgen oplegt door een pruik over haar gezicht te gooien.
Historische waarde heeft deze première van 'The Rake's Progress' onder leiding van de componist zeker maar de opnamekwaliteit is verre van optimaal dus wie op zoek gaat naar een goede studio-opname zoekt beter een versie als die bij Deutsche Grammophon met John Eliot Gardiner, Ian Bostridge, Bryn Terfel, Deborah York en het London Symphony Orchestra (DG 459 648-2).
Meer over Igor Stravinski
Verder bij Kwadratuur
Interessante links