Het label Royal Concertgebouw Live geeft jaarlijks een drietal live opnames uit van belangrijke concerten van het Koninklijk Concertgebouworkest. In het gezelschap van namen als Richard Strauss, Mahler, Debussy, Poulenc, Ravel, Shostakovich en Bruckner kon natuurlijk Igor Stravinski ook niet ontbreken en deze cd belicht twee van Stravinskis meest bekende werken.
Het Koninklijk Concertgebouworkest lijkt onder Mariss Jansons weinig minder dan een transformatie te hebben ondergaan: zelden heeft Stravinskis 'vuurvogel' zo menselijk en spontaan geklonken. Waar sommige uitvoeringen afstandelijk gaan klinken of zich op weinig meer toespitsen dan de virtuoze manier waarop Stravinski met zijn orkest omgaat, krijgt de luisteraar hier werkelijk het gevoel dat in elke maat en in elke noot leven zit. Luister maar naar de afzonderlijk duidelijk hoorbare lijnen in 'Variations de l'oiseau de feu' of de gevoelige soli van hobo of klarinet in de 'Ronde des princesses', waar de solisten van het KCO bewijzen dat Stravinski even warm en menselijk kan klinken als welke laat-romantische componist dan ook. De zachte tremolo's bij de strijkers die de finale inleiden komen uiterst precies over: niet onbestemd zoals op zowat elke andere uitvoering maar uitermate ritmisch, als een heel bewuste, minutieuze onderverdeling van langere noten. De finale zelf is geen logge mastodont waarbij de koperblazers de rest van het orkest platwalsen maar klinkt zielsgelukkig, haast euforisch, met een fluwelen orkestklank, zelfs op de luidste fortissimo.
Dezelfde aanpak vindt men – waar mogelijk – ook terug in de Sacre du Printemps. Op momenten waar de textuur wat uitgedund wordt en individuele instrumenten aan het woord gelaten worden, vervangt Jansons de machinale Stravinski waarvoor deze 'Sacre' zo bekend is door een meer persoonlijke aanpak. Luister maar naar hoe de houtblazers hun lijnen in de 'Introduction' vorm geven. Dat vertaalt zich ook in enkele nieuwigheden in frasering en speelwijze, andere bindingen en accentjes dan men gewoon is al valt dit slechts op voor wie met deze werken vertrouwd is. Ook nog eventjes de kopersectie van het KCO vermelden, vooral dan de twee tuba's, die op de juiste momenten werkelijk kunnen exploderen en de twee tenortuba's in de 'Cortège du Sage', die zelden op een opname zo rijk en warm klonken.
Het is steeds een plezier om te horen hoe gekende werken in een prachtige uitvoering toch weer steeds nieuwe allure krijgen en dat is op deze cd precies het geval. Het Concertgebouworkest speelt enthousiast en geëngageerd en zet een warmbloedige interpretatie van deze twee balletten neer die ver verwijderd is van de droge, beredeneerde manier waarop Stravinski wel eens gespeeld wordt.
Meer over Igor Stravinski
Verder bij Kwadratuur
Interessante links