Met de reeks 'Out Trios' wil het label Atavistic 'de meest boeiende muziek binnen de context, de structuur en de beperkingen van het trio format' uitbrengen. Of de verwijzing naar de 'beperkingen' bedoeld is om zich alvast in te dekken bij mindere releases wordt er niet bij vermeld. Hoe het ook zij: bij het eerste trio dat aantreedt is daar totaal geen reden toe. De heren die hier de dienst uitmaken, komen als improvisatoren beslagen ten tonele. De wortels van gitarist Lee Ranaldo (Sonic Youth) en bassist-elektronicus van dienst Roger Miller liggen aanvankelijk/hoofdzakelijk in het rockmilieu terwijl drummer William Hooker uit de onversneden vrije improvisatie komt.
Dat ze voor elkaar geen vreemden zijn wordt snel duidelijk. Nooit gaat iemand voor andermans voeten lopen of worden er soloritjes gereden. Het blijft een continu spel van ruimte geven en nemen: alles mooi in balans. Hooker werkt zich mooi in in het elektronisch geluid van zijn collega's door goed rekening te houden met de verschillende mogelijkheden van trommen en cimbalen. Ranaldo en Miller spelen soms heel herkenbaar, maar manipuleren hun instrumenten even gemakkelijk waardoor een vaak abstract geluid ontstaat dat alleen vage referenties kent. Gedurende 50 minuten werd er gejamd en meteen ook opgenomen met als resultaat één lang doorlopend stuk. Door de sfeerwisselingen neemt de cd af en toe een nieuwe start, maar breuken zijn er nooit: een nieuw deel ontstaat steeds uit een vorig. Opvallend is dat wanneer er naar een hoogtepunt wordt opgebouwd, dit steeds gesmoord wordt voor het er echt is, alsof de muziek nooit mag open komen. Dit glijdt gelukkig nooit af naar gekabbel, maar bezorgt de muziek wel het aura van een decor, eerder dan van de gebeurtenis die zich er voor zou kunnen afspelen. Het maakt de muziek er gelukkig niet minder spannend op.
Zo begint Monsoon met industrieel aandoend getik en gezoem, waar later drum, repeterende gitaarklanken en effecten bijkomen en gaan overheersen. Door net onder explosieniveau te spelen, kan de spanning blijven hangen. Net als in het daaropvolgend deel dat vanuit desolate gitaarklanken met echo opstart. De dreunende bas die even later voor een ruwer randje zorgt, mag dan als een dreigend onweer klinken, uitbarsten is er niet bij. Soms lijkt het zelfs alsof de drie er bewust een spelletje van gemaakt hebben. Wat inzet met een duidelijke en redelijk banale drumbeat en overgoten wordt met gitaardistortion heeft alles in zich om met het uitbreken van Hooker open te scheuren. Hij gaat helemaal vrij en raakt als het ware alles wat hij op z'n weg tegenkomt. Een van zijn collega's is echter net op dat moment overgeschakeld van dreigende effecten naar tingelende belletjes, waardoor ook hier een gemakkelijke climax vermeden wordt. Het dichtst in de buurt komt nog het aanzwellende gitaargeluid dat over de drukke drumpartij gekieperd wordt, maar ook hier wordt de luisteraar geen gehoorsbeschadiging opgedrongen.
Hooker, Miller en Ranaldo maken er zich niet gemakkelijk vanaf met een potje teringherrie. Een bewuste beperking? In elk geval wel met een mooi en spannend resultaat.
Meer over Hooker / Miller / Ranaldo
Verder bij Kwadratuur
Interessante links