Wie dacht dat de muzikale dagen van Joni Mitchell geteld waren, heeft sinds vorig jaar iets om zich over te bezinnen. Zeker na haar laatste, enthousiast onthaalde album 'Shine' is de reputatie van deze grote dame van de songcultuur niet meer stuk te krijgen. In hetzelfde jaar als 'Shine' verscheen 'River', een eerbetoon aan Mitchell door pianist Herbie Hancock. Die weet zich omringd door een all-star bezetting met Vinnie Colaiuta, Wayne Shorter, Dave Holland, de jonge gitarist Lionel Loueke en een indrukwekkend lijstje vocalisten.

De meest melodisch klassieke nummers zijn voor Norah Jones (met een lichte frasering en haar perfecte balans tussen licht en donker) en een overtuigende Tina Turner, die in 'Edith And the Kingpin' haar vocale kracht optimaal benut in het zachte register. Het wat vlakke stemgeluid van Corinne Bailey en de spoken word van Leonard Cohen maken minder indruk. Mitchell zelf is te horen in 'Tea leaf Prophecy'. In deze minder vocale song komt haar timbre goed tot haar recht, idem voor de neutrale, maar perfect passende klank van Luciana Souza in 'Amelia'.

Uit de interpretaties van Mitchells repertoire door de instrumentalisten spreekt een grote nederigheid. De fijne en zachte drums van Colaiuta en het uitblijven van dynamische contrasten laten alle ruimte aan de composities. Boven drum en bas worden die songs niet zozeer gespeeld, dan wel omspeeld. Hancock diept de harmonie uit zonder echt de dissonantie op te zoeken en omzwachtelt de melodie. Onnatuurlijk is dit allerminst, aangezien heel wat songs van Joni Mitchell een abstractere muzikale benadering melodisch en harmonisch in zich dragen. Hierdoor is het dan ook niet vreemd dat haar songs op 'River' perfect overeind blijven als (hoofdzakelijk) jazzballads.

De bescheiden muzikale opvatting wordt nog versterkt door het samenspel, waarbij de muzikanten veel ruimte laten voor elkaar en voor de vocalisten. Wanneer er tijd gemaakt wordt voor instrumentale solo's lopen sax en piano voorzichtig door elkaar en de vocalisten worden voorzichtig omgeven door kleine flarden sax en elektrische gitaar (zachte funky accenten of klankvlagen) waardoor de stemkleuren alle aandacht krijgen.

Hoe verfijnd het opzet ook mag zijn, het kan niet verhinderen dat de spankracht na enkele nummers wegvalt. Het lijkt wel alsof er net te nederig gespeeld wordt, alsof er net te veel ruimte gelaten wordt. Vooral bij de instrumentale versies van 'Both Sides Now' en 'Sweet Bird' lijkt het resultaat meer een meditatie op dan een interpretatie van Joni Mitchells songs.

Naar het einde toe ontsnapt alleen 'Nefertiti' (dat Hancock en Shorter in de jaren '60 reeds opnamen, toen in dienst van Miles Davis) aan de vaagheid. Het samenspel tussen de verschillende groepsleden maakt hier en erg vrije en vooral spontane indruk. De verwachtingen die gewekt worden door een zachtjes pushende Colaiuta en de dialogen tussen Shorter en Hancock mogen dan niet resulteren in echte climaxen, de muzikale activiteit en de vanzelfsprekendheid waarmee de muzikanten elkaar vinden getuigt van een grote klasse. Het is voor 'River' bijzonder jammer dat deze kleine risico's niet vaker genomen werden. Het maakt er het album niet minder mooi, maar wel minder spannend op.

Meer over Herbie Hancock


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.