Haydns dienstperiode bij prins Nikolaus Esterhazy gaf hem de gelegenheid om talloze concerti te schrijven voor de muzikanten in dienst bij de prins. Haydn beschikte dan ook over een groep musici die haar gelijke niet kende in het Habsburgse rijk en Haydn stelde hen gelukkig met concerti voor haast elk instrument. Dit cd’tje presenteert drie zulke concerti voor klavecimbel of viool.
Twee van de concerti, dat voor klavecimbel in D, Hob.XVIII:11 en dat voor viool in G, Hob.VIIa:4 zijn standaardwerken uit het Haydn repertoire maar het dubbelconcerto voor viool en klavecimbel in F, Hob.XVIII:6 is een fris en grotendeels ongekend werkje.
Frasering is erg belangrijk bij de Italiaanse muzikanten van de Accademia Bizantina en het is duidelijk te horen hoe doorgedreven en consequent elk interval of melodiefragment gratieus een of andere richting uit wordt gefraseerd. Gekoppeld aan solopartijen die met een voldoende vrije muzikaliteit uitgevoerd worden, zorgt dat voor concerti die stijlvol klinken zonder maniëristisch over te gaan komen. De langzame delen combineren een kalm gevoel voor diepgang met een sterk naar voren gedreven cadans. Het is niet voor de hand liggend om die twee tegenstrijdige zaken bevredigend met elkaar te verenigen maar het resultaat zijn gevoelige, slanke langzame bewegingen in elk concerto.
Nergens wordt meer duidelijk hoe levendig, fantasierijk en opwindend deze Haydn gelezen wordt dan in de finale van het klavierconcerto. Haydns bovenschrift luidt 'Rondo all'Ungarese', op zijn Hongaars dus en dat produceert een rondo vol opzwepende ritmes en vinnige versieringen. Daar komt bij dat vooral violist Stefano Montanari een lezing ten gehore brengt die gekruid wordt met een Italiaanse bravoure die de finale spits en humoristisch naar voren brengt. Ook het vermelden waard zijn zijn kristalheldere hoogste noten. Ottavio Dantone leidt het ensemble van achter zijn klavier en speelt bovendien de rol van continuospeler door ook in orkestpassages de baslijn mee te spelen.
De cadenzi, zelfs in het dubbelconcerto zijn door de solisten zelf geschreven of geïmproviseerd en dat valt altijd te appreciëren want het houdt een onvoorspelbaar element in anders tamelijk goed gekende werken. Het zorgt in haar geheel voor meeslepende, dynamische uitvoeringen van Haydns frisse muziek en het is steeds een onvoorwaardelijk plezier om zodanig enthousiaste lezingen – op authentieke instrumenten – te beluisteren.
Meer over J. Haydn
Verder bij Kwadratuur
Interessante links