Opgemerkt en gevraagd worden voor een remix door en Machinefabriek en Au Revoire Simone, het is weinig elektronicamuzikanten gegeven. Gentenaar Haruki – Boris Snauwaert op het paspoort – wel dus en terecht. Met een zeldzame fijngevoeligheid voor zowel klank als compositie weet hij al enkele jaren te ontsnappen aan het drijfzand van de l'art pour l'art elektroakoustische muziek. Zorgvuldig uitgekozen en schitterend afgemixte klanken van akoustische en elektronische aard worden samen met fieldrecordings steevast samengegoten in heldere, organische composities die zowel aangenaam zijn als intrigerend om naar te luisteren. Een opbeurende luisterervaring dus deze 'To Humble A Nest' die wel staat of valt met het gebruik van de hoofdtelefoon.
De eerste minuut van deze plaat grijpt al meteen naar het nekvel met een ietwat trillende zoem, het schrille geluid van vingers die over gitaarsnaren glijden en na twintig seconden dan toch een volledig gitaarakkoordje. Dit akoord wordt meteen uitgewerkt met een pieptoon die uit één van de boventonen lijkt te ontstaan en een zachte ruisstoot. Daarna terug de zoem, de pieptoon van daarnet en dan pas weer dat gitaarakkoord. Een minimale herschikking die de aandacht erbij houdt zonder te vervallen in doelloze hectiek. Even later komt een drone even wat roet in de sacrale sfeer strooien, maar dat wordt mooi geharmoniseerd met een enkele piano-aanslag. Naar het midden van 'Greasy Coats and A Pair of Scissors' toe wordt het wat grimmiger met een snerpende distortion die mooi in toom en op de achtergrond gehouden wordt door de volumeknop en de rustgevende piano- en klarinetflarden die erdoor klinken. Naar het einde toe valt de distortion plots weg om enkel een ijl gepiep over te laten dat heerlijk heen en weer vliegt in de stereo. Lage pianonoten die in de echo naar boven worden gepitcht sluiten af. Vele geluiden komen terug in andere nummers waardoor de hele plaat één geheel vormt. Zo klinkt de wiegende piep van daarnet weer aan het begin van track zeven, 'Hunker'. Haruki componeert ongewone composities met zijn audioarsenaal waarbij spanning wel wordt opgebouwd (of niet), maar niet zoals we dat gewoon zijn. Zo eindigt 'Don't Moan Unless Asked' met een vettig zoemende beat na een nummer vol miniruis, koperblazers en gekraak. Een eervolle vermelding gaat zeker naar 'Egel Egel' dat met zijn herkenbare Indische gezangsamples opvalt tussen al de instrumentale of onherkenbare geluidsbronnen. Maar er is meer dat dit op één na kortste nummer van de plaat tot een pareltje maakt. Vanaf het begin is het namelijk al raak met een hemelse millefeuille van ultralage toon die af en toe een milliseconde wegvalt, een langgerekte toon in het middenspectrum van de Herzen die af en toe naar een toontje lager verglijdt, een snuifje gekraak en een schrille toon in de hoogte. Na wat onverstaanbaar gebrabbel op de achtergrond, weerklinkt plots een lieflijk, Indisch vrouwengezang vanonder het dikke klankdeken. Lijkt het nummer na anderhalve minuut al dood te bloeden, komt daar plots een gebrom als van een scheepshoorn op de proppen die desalniettemin de lieflijke sfeer niet tenietdoet.
Al bij al behoorlijk magisch klankknutselwerk, deze plaat. Al dan niet elektronisch gemanipuleerde samples of geluidsbronnen worden daarbij uitsluitend omwille van hun geluidskwaliteit en bijdrage aan het klankgeheel gebuikt. Daardoor valt de aha-erlebnis (aha, dit is een piano die ik hoor) weg zonder echter de vertrouwdheidsreflex (ik ben deze klank gewoon) ook achterwege te laten.
Meer over Haruki
Verder bij Kwadratuur
Interessante links