Meestal steekt de vernieuwing de traditie voorbij, maar soms gaat het al eens andersom, zoals bij Hanggai frontman Ilchi. In een vorig leven aanvoerder van een punkband werd hij door het horen van de khoomei zangtechniek bekeerd tot de traditionele Mongoolse liederen. Vanuit Beijing (Peking) dragen Ilchi en zijn muzikanten nu die traditie uit, weliswaar met een eigen toets, maar overduidelijk met de klemtoon op het eeuwenoude.

Het overwicht van de traditie is gemakkelijk te horen wanneer naast "gewone" zangstemmen ook brommende khoomei vocalen te horen zijn, in verschillende registers. Instrumentaal wordt het geluid bepaald door de typische strijk- en tokkelinstrumenten: morin khuur, tobshuur, sihu en sanxian. Deze worden aangevuld met kleine percussieklanken, elektrische gitaar en af en toe een bescheiden laagje elektronica van Robin Haller en Matten Scumaci. Ook compositorisch bepaalt het verleden de marsrichting. De meeste stukken zijn Mongoolse liederen waarvan de melodie intact blijft en die, niettegenstaande de Engelse titels, in het Mongools gezongen worden.

Alleen de openingstrack 'My Banjo and I' is een compositie van bandleider Ilchi, maar het had even goed een volkslied kunnen zijn. Dit stuk laat meteen horen hoe complexloos en doordacht Hanggai de muziek presenteert. Het arrangement ondergaat geregeld veranderingen, waardoor er verschillende kleurschakeringen ontstaan. Door het heel zorgvuldig en doordacht omspringen met het beschikbare materiaal blijft de muziek – ook op de andere tracks – trouw aan haar wortels en tegelijkertijd boeiend, ook voor niet-etnomusicologen. Bovendien wordt er zo gezorgd voor variatie zonder dat de homogeniteit van de verschillende stukken individueel of van de plaat als geheel gebroken wordt.

Hanggai laat verschillende insteken in de Mongoolse muziek horen. Soms draait de muziek rond als dansbare volksmuziek, dan weer lijkt de repeterende ritmiek het gedraaf van paarden op te roepen. Van 'Drinking Song' laat niet alleen de titel weinig aan de verbeelding over. De vraag- en antwoordstructuren tussen de solozanger roepen amusante herbergtaferelen op waarbij het tempo versnelt tot iedereen bovenop de tafels staat.

Wanneer het tempo lager ligt of zelfs helemaal verdwijnt, krijgt de muziek een geheimzinniger karakter. De statische drones van strijkinstrumenten en bromstemmen zorgen voor een tijdloos karakter in verschillende betekenissen van het woord. In 'Haar Hu' lijken ze een eeuwenoude vertelling in te leiden, terwijl ze in 'Five Horses' de inleiding vormen van één van de knapste nummers op het album. In de zachtjes wiegende ritmiek die op de drones volgt, zit de elektrische gitaar mooi ingewerkt om later boven de rest van de groep te gaan uitzweven zonder dat de sfeer van de muziek gebroken wordt. In 'Lullaby' dwaalt de groep nog verder af van de traditionele muziek met elektronica van doffe explosies, regengeluiden en naar het einde toe abstract gekraak. De zangstemmen die hier ongewoon hoog en ijl klinken sluiten mooi aan bij de titel van het lied. De combinatie met de traditionele instrumenten en de dito melodie blijft ook hier echter perfect werken. Deze onopvallende, maar niet vanzelfsprekende alchemie maakt 'Introducing Hanggai' tot een opmerkelijk schijfje dat integer, fris en oprecht blijft klinken.

Meer over Hanggai


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.