Andreas Hammerschmidt (1611-1675) was de zoon van Boheemse ouders die na het neerslaan van de Boheemse Opstand en de re-katholisatie van Bohemen naar het protestantse Saksen trokken. Ze vestigden zich in 1626 in Freiberg bij Chemnitz waar een jonge Hammerschmidt al snel een carrière als componist en organist uitbouwde. Hij bleef zijn hele leven in Saksen en schopte het uiteindelijk tot organist in de stad Zittau maar de faam van zijn muziek droeg verder en verspreide zich in druk over heel het Duitse taalgebied. Dat hoeft niet zo te verbazen: Hammerschmidt schreef in hoofdzaak wat ‘Geistliche Konzerte’ genoemd werd, kleine composities voor een of meerdere stemmen en enkele instrumenten op Bijbelse teksten. De stijl van zulke werken is nooit te ingewikkeld of te virtuoos, zodat muzikanten van erg verschillend niveau deze muziek probleemloos konden uitvoeren.
Naast een selectie uit de verschillende vocale composities presenteert het Duitse barokensemble Movimento hier ook een reeks zuiver instrumentale werken. Het gaat dan niet over ingewikkelde sonates of canzones zoals bij Matthias Weckmann of Dario Castello maar eerder over Pavanes, Gaillardes, Courentes of zangerige aria’s die eerder simpelweg moeten charmeren dan dat ze een publiek onder de indruk moeten brengen met technische hoogstandjes. Dat charmerende aspect ontbreekt niet op deze opname, al had een beetje meer opwinding ook weer niet misstaan: de dansen bezitten allemaal een bezadigd karakter en de sobere instrumentatie, die hoogstens uit viool, altviool, violone, chitarrone of luit en klavecimbel bestaat, biedt ook wat klankkleur betreft weinig variatie.
Het zijn echter de vocale werken die de hoofdbrok vormen hier. Ze werden trouwens door Hammerschimdt zelf ook hoger ingeschat dan zijn dansen en aria’s en terecht want in de doordachte opbouw en de manier waarop de tekst en de verschillende stemmen in balans gebracht worden, herkent men Hammerschmidts vakmanschap, naast ook de invloed van Schütz’ ‘Kleine Geistliche Konzerte’. Dat de teksten primeren, blijkt uit het feit dat coloraturen en zangtechnische hoogstandjes grotendeels vermeden worden. Sopraan Nele Gramß en tenor Harry van Berne blijven altijd goed verstaanbaar, zingen knap op elkaar afgestemd en laten allebei strak gecontroleerde maar warme barokstemmen horen die aangenaam zijn om te beluisteren.
Hammerschimdt verheugde zich erop dat “gleichwohl viel tausend Seelen mit meiner schlichten Arbeit Gott loben und preisen” (“Desondanks loven en prijzen vele duizend zielen God met mijn simpele arbeid”). Het is misschien wat teveel geringschatting voor muziekstukken die intelligent en kundig in elkaar zitten maar Hammerschmidts bescheidenheid typeert deze weinig pretentieuze muziek ook wel. Movimento stelt een zonder meer mooie, knap afgewerkte cd voor. Het stijlbesef en de muzikaliteit die de muzikanten tentoon spreiden kunnen echter een gebrek aan variatie niet helemaal verhullen en dat is iets wat deze verzameling kleine werkjes toch wat meer opwindend had kunnen houden.