Gustav Mahler en Richard Strauss blijven de onbetwiste meesters van het laat romantische orkestlied, maar ze vonden allebei een voorbeeld in vijf liederen die Richard Wagner voor zijn minnares Mathilde Wesendonck schreef. Deze liederen zijn de geschiedenis ingegaan als de 'Wesendonck Lieder' en worden op deze uitgave gekoppeld aan elf orkestliederen van Mahler: de vijf 'Rückert Lieder', het 'Urlicht' uit de tweede symfonie en een selectie uit 'Des Knaben Wunderhorn'. De Württembergische Philharmonie, onder leiding van Adriano Martinolli D'Arcy, begeleidt mezzo-sopraan Barbara Hötzl
En het is de mooie stem van Barbara Hötzl die de cd zijn charme en kwaliteit verleent. Ze beschikt over een warme, fijne laagte en zingt met een lichte vibrato in het hele register, niet met die wat gezwollen, buiten proportie grote vibrato die zovele andere mezzi en alten kenmerkt. Bovendien interpreteert ze heerlijk gevarieerd, van uiterst satirisch en bijtend in 'Lob des hohen Verstandes' (waar het orkest trouwens ook dankbaar en gretig in meegaat) tot sereen in 'Rheinlegendchen' en vrolijk en jeugdig in 'Blicke mir nicht in die lieder'. Een heldere en verstaanbare tekstuitspraak blijft steeds haar eerste uitgaanspunt, zodat je als luisteraar zelfs zonder liedteksten (die inderdaad niet in het cd boekje staan) de liederen moeiteloos kan volgen. De Wesendonck liederen vragen om een zwaarder, meer dramatisch geladen timbre en daar zorgt Hötzl ook probleemloos voor, al is haar interpretatie nog steeds mijlen ver verwijderd van een zware, dikke Wagner uitvoering.
Qua interpretatie houdt ook dirigent Adriano Martinolli D'Arcy deze liederen jeugdig en fris. 'Ich atmet einen linden Duft' klinkt als kamermuziek en ook Wagners muziek wordt voldoende transparant gehouden. Het koper houdt zich, in 'Stehe Still' bijvoorbeeld, zelfs in luide climaxen voldoende in om Hötzl nooit te overstemmen en in het broze, rustige 'Im Treibhaus' kan je probleemloos de verschillende orkeststemmen volgen. Hoewel er dus aardig wat vaart in het orkest zit, kan dat ook als een nadeel uitpakken, zoals in het trage 'Ich bin den Welt abhanden gekommen', met zijn lange spanningsbogen. Hoewel het lied mooi en rustig wordt gebracht, klinkt het lang niet zo sfeervol als op andere opnames. De diepe pedaalnoten in de bas, die de muziek op gezette tijden onderbreken en een onwerelds gevoel van tijdloosheid scheppen, verdrinken hier soms in het iets te snelle, achteloze tempo van het orkest. Maar de althobosolo blijft uiteraard ongelooflijk mooi. Ook 'Um Mitternacht' doet trouwens wat te onrustig aan, hoewel de Württembergse Filharmonie erg goed samen speelt en elke kleine tempowijziging van solist of dirigent feilloos aanvoelt.
Soliste en orkest interpreteren Mahler en Wagners muziek op een zeldzame verstaanbare en doorzichtige manier, en de werken op de cd (net genoeg Wagner, aangevuld met de lichtere, opgewektere liederen uit Mahlers oeuvre) vullen elkaar goed aan.
Meer over Gustav Mahler, Richard Wagner
Verder bij Kwadratuur
Interessante links