Mahlers zesde symfonie, de 'tragische' heeft zijn bijnaam niet gestolen. Terwijl alle andere symfonieën hetzij in uitbundige vreugde, hetzij in vredige berusting eindigen, staat deze symfonie in het teken van het noodlot, hard en onverbiddelijk. En aan dit noodlot gaat de muziek, ondanks heroïsche inspanningen en passages van ongekende tederheid ook uiteindelijk ten onder, wat gesymboliseerd wordt door twee keiharde tromslagen in de finale van de symfonie. Deze dubbele SACD koppelt Mahlers 'tragische' aan een wereldpremière van de Duitse componist Hans Werner Henze, de driedelige liedcyclus – zonder woorden – 'Sebastian im Traum', geïnspireerd door drie gedichten de van expressionistische dichter Georg Trakl. Beide werken werden ongeveer een jaar geleden live opgenomen, door het Concertgebouworkest onder leiding van haar chef-dirigent Mariss Jansons.
Jansons zet een bewogen interpretatie van deze zesde symfonie neer, heel gevarieerd qua expressie, dynamiek en tempo. Zo schrikt hij er niet voor terug om ook in het tedere trage deel het tempo te wijzigen, om de dramatische uitval naar het eind beter te laten overkomen bijvoorbeeld. De harde kantjes zijn zeker niet van deze symfonie geveild, en zo komt het dat het openingsmotief, een marsmotief dat met stalen onverbiddelijkheid voortschrijdt, hier werkelijk scherp en angstaanjagend klinkt. Omdat het hier over een live opname gaat, krijg je meteen het gevoel dat het orkest zijn grenzen allemaal een beetje verlegd heeft: luide passages hebben net dat ietsje meer, stille passages zijn soms echt nagelbijten, zo delicaat worden ze gespeeld, en orkest en dirigent kunnen alle tijd van de wereld nemen om elke frase en elke vertraging ten volste uit te spelen. En natuurlijk zijn er de strijkers van het concertgebouworkest, die hier duidelijk in topvorm zijn: of het nu het introverte begin is van het trage deel, het romantische pathos van het eerste of de gratie van het scherzo, alles klinkt heel gevarieerd en natuurlijk, heel zuiver, maar niet zonder wat portamento hier en daar, om Mahlers muziek een 'Weens' kantje mee te geven. Ook nog even vermelden dat Jansons ervoor kiest om de twee middeldelen om te wisselen, wat wil zeggen dat het trage deel nu voor het scherzo komt, zoals Mahler oorspronkelijk wilde (maar na de eerste uitvoering veranderde). Dit verandert het uitzicht van de symfonie drastisch, naar een werk dat naar het einde toe steeds grimmiger overkomt. Minpuntjes aan de opname zijn dan weer dat niet alles altijd even helder klinkt. Snelle figuurtjes in de strijkers gaan af en toe wat verloren in het geweld van de hoekdelen. Maar dit wordt, net als een zeldzaam schoonheidsfoutje hier en daar, meer dan goed gemaakt door het hoorbare enthousiasme waarmee deze muziek uitgevoerd wordt.
Henzes 'Sebastian im Traum' vormt een knappe aanvulling op Mahlers zesde symfonie, waar niet weinig gelijkenissen mee te vinden zijn. Zo lijkt het begin van het eerste deel, met zijn harp arpeggio's en dreigende lage noten in celli en bassen, een voortzetting te zijn van de finale uit Mahlers zesde. Het werk zelf, dat de poëtische titel 'Eine Salzburger Nachtmusik' meedraagt, is een soort van collage van verschillende, contrasterende muzikale elementen, die naast of boven elkaar geplaatst worden en soms met elkaar in botsing komen. Het concertgebouworkest zorgt voor een boeiende uitvoering, heel toegankelijk en vol contrast tussen wat speels en frivool is en wat romantisch en warm klinkt.
Goede opnames van Mahlers zesde zijn niet meteen zeldzaam, maar deze dubbel-cd bevat kwaliteiten die hem gemakkelijk boven andere opnames doen uitsteken. De overtuiging van de muzikanten en het vuur waarmee deze symfonie wordt uitgevoerd zijn inderdaad zeldzaam.
Meer over Gustav Mahler, Hans Werner Henze
Verder bij Kwadratuur
Interessante links