Een combinatie van populaire klassieke muziek en easy listening: liefhebbers van de betere muziek krijgen bij het horen van deze omschrijving tenenkrullende gedachten aan betonevenementen als Night Of The Proms, voor zover het al niet leidt tot ADHD in de darmen. Dat het ook anders kan, bewijst de Grimethorpe Colliery Band, momenteel de beste Engelse brassband. Het voorbije jaar won dit orkest zowel de Britse kampioenschappen als de Engelse Nationals, waarvan de laatste prijs een selectie inhoudt voor de Europese kampioenschappen volgend jaar. Uittredend kampioen Brassband Willebroek is gewaarschuwd. De muzikaliteit en de technische superioriteit waarmee Grimethorpe prestigieuze concourswerken naar haar hand zet, drijft de band door in het toegankelijke werk. Gemakkelijke muziek op een schitterende manier brengen is ook een kunst: wie zelf al eens een instrument beroert, zal dat beamen.

Na de openingsmars 'On The Quarter Deck' is 'Fingal's Cave' van Mendelssohn het eerste klassieke werk. De sfeer is romantisch doch eerder zwaarmoedig. Vooral de crescendo's klinken dreigend maar de uitvoering is bloedmooi. Nog geslaagder is Bachs 'Little Fugue in G Minor' waarin muzikaliteit en expressie bewaard blijven, ook wanneer het zware koper de melodie overneemt. Overbekend in brassbandmiddens is de brassbandklassieker 'Entry Of The Gods Into Valhalla' van Wagner, maar deze versie mag gerust een van de betere worden genoemd. Tevens moeten de klassieke werken voor solist en orkest zeker vermeld worden: in de solo van Chopins 'Nocturne' bewijst Michael Dodd dat hij een beetje ten onrechte in de schaduw blijft van bekendere euphoniumspelers. Het hoogtepunt van dit schijfje is echter Roger Websters cornetsolo van 'Concert Etude', zowat het bekendste werk van de Russische componist Alexander Goedicke. Webster wordt vaak omschreven als iemand die in zijn eentje het verschil kan maken op een wedstrijd en de sound en precisie van deze virtuoos, die ooit aan de kost moest komen als buitenwipper maar nu de titel van professor draagt, kent nauwelijks zijn gelijke.

Het tweede grote luik in het repertoire is hedendaags en komt vooral uit films en musicals. Het passionele en gedreven 'The Mask Of Zorro' (van de gelijknamige film) is een zoveelste staaltje van de kwaliteiten van orkest én solisten. De bugel en de sopraancornet leveren een beklijvend duet in het pastorale 'Pie Jesu' (afkomstig is van Andrew Lloyd Webbers 'Mass Requiem'). In de latin big bandsfeer hoort 'Los Hermanos De Bop' thuis. De alto's zijn hier vervangen door mellophones, rechtshandige Franse hoorns waarbij de klankbeker naar voren is gericht om beter te marcheren. Het instrument raakte vooral bekend via Stan Kenton, maar ook Tom Waits en Elvis Costello gebruikten het instrument al. Ook in deze categorie passen de circusmars 'Emblem Of Unity' en de vrij bekende xylofoonsolo 'Helter Skelter' (niet de Beatlesversie).

Ten slotte is ook de Angelsaksische folk op deze cd vertegenwoordigd. 'Magh Seola' van de Ierse componist en uillean pipesspeler Gerard Fahy bevat een prachtige bugelsolo van Ian Shires. Het erg ingetogen nummer wordt meteen gevolgd door de uitbundige volksdansmelodie 'Shepherd's Hey' van de in Australië geboren Percy Grainger (1882-1961).

De opnames vonden plaats in juli en december vorig jaar. De eerste opnames gebeurden onder leiding van dirigent Richard Evans, die al meer dan zestig jaar actief is en met 'Dick the Stick' een hilarische autobiografie neerschreef. Voor de tweede sessie vond Grimethorpe de jonge belofte Philip Harper bereid, die tegenwoordig vooral met de Polysteel Band hoge toppen scheert. De samenstellers vonden het echter onnodig te vermelden wie welk nummer leidde. Toch was dit interessant geweest want afgaand op het muzikale niveau is het ronduit onmogelijk om dit te achterhalen.

Meer over Grimethorpe Colliery Band


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.