Don Carlo is één van Verdi's meest problematische opera's. Er bestaan minstens vijf versies van, zowel in het Frans als het Italiaans. In 1867 ging het als 'Don Carlos' in première in Parijs, in een versie die zelfs na veel schrappen een vijftal uur duurde. In 1884 bewerkte Verdi zijn opera voor de Scala van Milaan, met als belangrijkste verschillen het schrappen van het hele eerste bedrijf en een ballet naast een vertaling van Frans naar Italiaans. Het is min of meer deze versie die Orfeo nu heeft uitgebracht, in een live-uitvoering uit 1970 van de Weense Staatsopera.

Het verhaal, gebaseerd op het gelijknamige toneelstuk van Friedrich Schiller, speelt in de 16de eeuw en handelt over de onmogelijke liefde tussen Don Carlos, prins van Spanje, en de Franse prinses Elisabeth. Ondanks hun verloving moet Carlos Elisabeth om politieke redenen afstaan aan zijn vader Filips II. Carlos' vriend Rodrigo overhaalt hem om zich in te zetten voor de vrijheidsstrijd in de Nederlanden, maar hun plannen mislukken, waarna Rodrigo door de inquisitie wordt gedood. In Verdi's versie kan Carlos ontsnappen door te vluchten naar het klooster waar zijn grootvader Karel V zit, maar deze opname gebruikt de "Weense finale" (van na Verdi's dood...) waarin ook Carlos geofferd wordt aan de inquisitie.

Zelfs in een verknipte versie zoals deze blijft Don Carlo(s) een meesterwerk. Intieme aria's zoals die van Filips, waarin hij bedenkt dat Elisabeth niet van hem houdt, wisselen af met grootse koren. Eén van de meest indrukwekkende momenten is de ketterverbranding uit het 2de bedrijf, waarin de massale vreugdezang van het volk verstoord wordt door de doordringende treurmars van de priesters die de veroordelen begeleiden. Deze scène werkt des te krachtiger door de dynamische vertolking van het koor van de Weense Staatsopera, die ook op andere momenten in de opera Verdi's verschillende kleuren moeiteloos beheersen. De zes hoofdrollen worden na elk van hun aria's luid toegejuicht door het publiek en dat is voor het grootste deel terecht. Vooral de slanke sopraan van Gundula Janowitz (Elisabeth) en de mooie ronde bariton van Eberhard Waechter (Rodrigo) maken indruk. Zijn sterfscène bewijst dat hij zowel Verdi's moeilijke tessituur als de lange zinnen moeiteloos beheerst. De enige die uit de toon valt is Carlos zelf, vertolkt door Franco Corelli. Corelli heeft een indrukwekkende tenor en een uitzonderlijk volume, maar het is net dat volume dat hem parten speelt. Zelden of nooit houdt hij rekening met de andere stemmen, laat staan met Verdi's dynamische subtiliteiten. Dirigent Horst Stein past zich jammer genoeg te veel aan aan zijn grillen, maar haalt op andere momenten die subtiliteiten des te meer uit het schitterend spelende Staatsopera-orkest. Op tijd en stond laat hij ook ruimte voor indrukwekkende forte-uitbarstingen.

Uiteindelijk is deze Don Carlo best wel geslaagd, zij het dat het vooral een document blijft uit een tijd waarin de tenor ten koste van alles centraal stond. De echte verzamelaars zullen hier ongetwijfeld plezier aan beleven...

Meer over Giuseppe Verdi


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.