Giovanni Maier is niet meteen een bekende naam binnen het internationale jazzpeloton maar toch is de in 1965 geboren bassist te horen op een 150-tal albums, weliswaar voornamelijk Italiaanse producties. Zo maakt hij deel uit van ensembles rond Enrico Rava en Gianluigi Trovesi en leverde hij samen met Stefano Battaglia en Michele Rabbia enkele jaren geleden nog een trioplaat af voor ECM. Zijn eigen projecten verschijnen meestal op kleinere labels als Palomar en Long Song Records, hoewel ‘The Talking Bass’ bewijst dat hij op dat vlak wel wat hoger mag mikken.
Men zou het niet meteen vermoeden door de saaie en goedkoop ogende hoes, maar ‘The Talking Bass’ kan zich inhoudelijk zonder veel problemen handhaven in de ereklasse van de moderne Europese jazz. Dat is vooral te danken aan de hoogstaande interacties binnen het kwartet bestaande uit Luca Calabrese (trompet en bugel), Emanuele Parrini (viool en altviool), Giovanni Maier (bas) en Scott Amendola (drums), en het brede spectrum aan composities dat een weelde aan inspiratie en ideeën verraadt. De fleurige mix van freejazz, freebop en improvisatie gecombineerd met stevige brokken gecomponeerd materiaal en een vleugje elektronica zorgt bijna tachtig minuten lang voor hoogspanning, emotie en plezier.
De cd opent met de titeltrack, een in elkaar geknutseld solowerk van Maier waarin verschillende gesamplede partijen worden gecombineerd. Een aardig stuk, maar eigenlijk niet meer dan een intro voor wat dan nog moet komen. Het officiële startsein wordt pas gegeven met het daaropvolgende ‘Disk Dosk’, dat uit twee heel verschillende delen bestaat: aanvankelijk weerklinkt een stormachtige maar plechtige klinkende ouverture met een onstabiele ondergrond van tremolo-contrabas en vrij bewegende drumpartijen, wat uitmondt in een strak gespeelde passage met een opzwepende baspartij en een scherp staccato thema. Ruwe expressie en compact samenspel wisselen elkaar wel vaker af op dit album, maar nergens worden ze zo lijnrecht tegenover elkaar geplaatst als in ‘Disk Dosk’.
Meer dan anders weerklinkt op ‘The Talking Bass’ een vrolijke noot. ‘Leroy Vinnegar’ (een ode aan de gelijknamige bassist die wel eens de koning van de walking bass werd genoemd) het slome ‘Crayon Rouge’ en afsluiter ‘Wrong is Wright’ hebben allemaal een opgewekte en soms bijna spottende toon, die de luisteraar geregeld tot een glimlach dwingt. Het is vooral Emanuele Parrini die daar voor zorgt met plagerige stukjes viool, bijvoorbeeld tijdens een partijtje starten en stoppen met de ritmesectie of in dialoog met trompettist Luca Calabrese. In stukken als ‘Due Cellule’, ‘Pampaluna’ en ‘El Manda’ blijkt Maier dan weer veel belang te hechten aan de compositorische dimensie, hoewel net deze stukken de schijn van een vrije muzikale invulling wekken. Er is duidelijk een horizontale en/of verticale structuur aanwezig, gaande van het cyclisch terugkomen van thema’s tot de ritmisch onafhankelijke, maar harmonisch aan elkaar gebonden individuele partijen.
Kwaliteit is er op dit album te over, ook al worden geen twee composities op dezelfde manier onder handen genomen. Maier en zijn kwartet, dat buiten Scott Amendola toch uit vrij onbekende musici bestaat, komen werkelijk overal mee weg en etaleren grote klasse op dit uitstekende plaatje van Italiaanse makelij.