Dat pianist Gianni Lenoci en sopraansaxofonist Gianni Mimmo ooit een duoplaat zouden maken stond eigenlijk in de sterren geschreven. De twee Italianen vermelden namelijk respectievelijk Mal Waldron en Steve Lacy als hun voornaamste invloeden, een duo dat dankzij een decennialange samenwerking en vele opnames geboekstaafd staat als een van de kroonjuwelen van de jazzavant-garde. Het grote publiek heeft de twee inmiddels overleden grootmeesters echter nooit in de armen gesloten, een lot dat ook de twee Gianni’s beschoren lijkt.
Meer nog dan bij Waldron en Lacy is de muziek van het duo Lenoci/Mimmo te situeren binnen de avant-garde. Van jazz is er eigenlijk nog amper sprake, met uitzondering van enkele korte sequenties die de vertrouwdheid van de twee met het genre aantonen. Voor het overige is hun interactie gebaseerd op improvisatie - dat is alleszins de indruk die wordt gewekt - en laten ze alle mogelijkheden open. Lenoci en Mimmo brengen op elke denkbare manier hun klanken voort, van schurende inside piano (het rechtstreeks beroeren van de snaren binnen in de piano) tot het met de handpalm duwen op het klavier en van reutelen, zingen en zuchten in het mondstuk van de sax tot het genereren van extreem hoge geluidsfrequenties op datzelfde instrument. Ondanks de beperkte en enigszins intieme bezetting komt het duo daarmee regelmatig tot een gigantisch geluid, zoals de monsterlijke klanken van lang resonerende pianotonen en - clusters in ‘Brain Prelude’ of de denderende, onderhuidse puls die ‘One or More’ tien minuten lang voortstuwt.
Maar ‘Reciprocal Uncles’ is gelukkig ook meer dan alleen een trukendoos vol vreemde technieken en geluidseffecten. Lenoci en Mimmo creëren in de meeste van de acht tracks mooie, evoluerende verhaaltjes boordevol beweging en avontuur. ‘What the Truth is Made for’ is bijvoorbeeld een demonstratie van hoe steeds weer nieuwe ideeën in een geïmproviseerde interactie kunnen worden opgegraven en uitgewerkt. Eerst lijken de twee nog mogelijke pistes af te tasten en weerklinken korte fragmenten met veel boventonen en rommelig gewriemel tot Lenoci het heft in handen neemt met dreigend en dynamisch tremolospel. Piano en sopraansax raken hierdoor verstrikt in een chaotische en galmende uitbarsting die Lenoci inspireert tot een radicale ommekeer met afgekapte riedels en halve akkoorden, alsof de cd plots blijft haperen.
Het duo kijkt gedurende 48 minuten nooit achterom, wat enerzijds voortdurende actie garandeert maar tevens ook weinig ruimte laat voor een ontwikkeling in de breedte. Lenoci en Mimmo staan niet lang stil bij interessante ideeën en lijken soms wel bezig aan een race tegen de klok. Het hoeft dan ook geen betoog dat deze improvisatieplaat niet geschikt is voor massaconsumptie, maar enkel is weggelegd voor doorwinterde liefhebbers.