'Indigo 4' is een cross-over jazzalbum van de Italiaanse trombonist Gianluca Petrella. Met zijn kwartet behandelt hij, naast zeven eigen composities, vijf standards op een aparte manier. De trombonist onderbreekt de klassiekers ruw met elektronica, plooit hen om in agressieve drum 'n' bass hits of benadrukt de groove. Toch blijven de nummers dankzij een akoestische bezetting van trombone, tenorsax, klarinet, contrabas en drums erg organisch klinken.
Het eerste nummer is meteen een schot in de roos. Het befaamde 'Trinkle Tinkle' van Thelonius Monk wordt op een bijzonder eigenzinnige, originele manier gebracht. De groep steekt alle aandacht in de krachtige, sprekende melodie die agressief wordt vertolkd door de trombone met extra accenten van de tenor. Ondertussen breit de contrabas gezapig een korte, repetitieve walking bass die het cliché bijna parodieert. Rinkelende, staccato pianoakkoorden die geprogrammeerd zijn, verspringen voortdurend van linker- naar rechterkanaal. Door geregeld bruusk in het midden van de melodie te stoppen of door extra, zware akkoorden toe te voegen wordt er een ontregelend effect gecreëerd. Als dan ook het hele nummer ineens lam wordt gelegd door een klank die bij de eerste luisterbeurt ongetwijfeld zal worden toegeschreven aan een mankement met de cd, is het duidelijk dat deze Italianen niet vervaard zijn van wat experiment. Geleidelijk komt er in het constante drumritme nog een extra snaar die wild om zich heen roffelt zodat een drum 'n' basseffect gekregen wordt.
Deze opgejaagde sfeer zit meteen ook in opvolger 'The Middelman'. Lange, glijdende trombonenoten blazen licht vervormd het thema terwijl drummer Fabio Accardi sec een up-tempo beat geeft, meteen de volle bezetting voor het nummer. Het thema is echter qua melodie nogal kaal en vertelt te weinig om het nummer overeind te houden.
'Mood Indigo' van Duke Ellington begint als een soort van vrije improvisatie. Om de beurt mogen de muzikanten eens een klank uit hun instrument sleuren. Langzaamaan komt daar een structuur in en wordt het thema duidelijk. Ze lijken wel te lachen met de eerder intellectualistische manier van spelen van sommige artiesten. Accardi valt in met een drum 'n' bassritme en blijkt een voorkeur voor de snelle ritme's die hij toch op tijd afwisselt met knappe fill ins of een sporadisch swingritme. Het thema wordt er op een enorm luchtige wijze doorgehaald. Petrella lijkt te zeggen: speel met de geschiedenis, meng, combineer. Old-school swingstukken onderbreken het drum 'n' bassritme. Een snelle, in de traditie gewortelde, klarinetsolo legt even uit hoe een thema geïnterpreteerd moet worden. Het thema komt terug en wordt met een kwinkslag op een bigbandmanier gebracht. Even gaan trombone en klarinet door elkaar soleren om vervolgens het nummer in slow motion te eindigen.
Wat Gianluca Petrella en zijn mijn maten doen met standards levert vaak amusante, gedurfde en compositorisch hoogstaande momenten op. Drummer Accardi overdrijft soms met de drum 'n' bass invloeden wat soms zinloos en storend overkomt als een poging om ook toch maar "modern" of "hip" te doen op plaatsen waar het niet echt nodig is. De vernieuwingsdrang van Petrella levert soms ook minder boeiende of diepgaande interpretaties op, maar die ondanks het resultaat toch een goed idee waren om te proberen.
Meer over Gianluca Petrella
Verder bij Kwadratuur
Interessante links