George Enescu is een van die vergeten namen uit de muziekgeschiedenis. Van dit wonderkind (Enescu begon aan het Weense conservatorium te studeren toen hij zeven was) worden nu bijna alleen nog werken voor viool gespeeld, werken die vaak gebaseerd op melodieën uit zijn geboorteland Roemenië. Toch heeft deze vroeg twintigste-eeuwse componist ook een omvangrijk symfonisch oeuvre bij elkaar geschreven. Op deze dubbel-cd staan Enescu's drie symfonieën en het symfonische gedicht 'Vox Maris'.
De muziek van George Enescu wordt vaak vergeleken met die van Mahler en dit is niet helemaal onterecht. Van volksmuziek mag in het symfonische werk nog maar weinig sprake meer zijn, hij deelt wel de grootste orkestbezetting met Mahler, de weidse gebaren en de dramatische vertelkracht. De drie symfonieën werden voor omvangrijk orkest geschreven, inclusief piano en, in de derde, orgel en koor, dat instrumentaal, dat wil zeggen, puur om haar klankwaarde, gebruikt wordt. Het zijn dan ook vooral de stormachtige of martiale passages die aan Mahler herinneren. Enescu's orkestklank drijft voortdurend op een quasi ondoordringbare massa van warme strijkers, harpglissandi, pianoakkoorden, kleurrijke blazers, heel veel hoorns en een grote verzameling slagwerk. In de spanningsvolle, gedreven harmonieën van de laat-romantiek herkent men dus de invloed van Richard Strauss en Gustav Mahler maar in de onbepaalde, zweverige melodieën en de opeenstapeling van verschillende soorten begeleidingsstructuren is het Franse impressionisme hoorbaar. Sommige passages, zoals in de eerste twee delen van de derde symfonie, zouden net zo goed door Debussy geschreven kunnen zijn. En die tweeledigheid bepaalt in grote mate het klankbeeld in Enescu's symfonieën. Volledig uniek echter, is het enthousiast aanvoeren van nieuwe ideeën en eindeloos variëren op bestaande muziek. Een onuitblusbare energie kenmerkt bijvoorbeeld de hele tweede symfonie, die begint als een uitbarsting van pure vreugde en die een ritmische en melodische kracht bezit die nergens verzwakt. Het symfonische gedicht 'Vox Maris', de Stem van de Zee, is een allegorische compositie voor koor, solisten en orkest naar een Bretoens gedicht, en sublimeert een hele reeks gevoelens die met de zee geassocieerd kunnen worden. De veelal desolate, onwezenlijke sfeer die over het werk hangt wordt nog versterkt door de solisten, een sopraan en een tenor, en het koor vanuit de coulissen te laten zingen, zodat hun stemmen van onmetelijk ver lijken te komen.
Niet verrassend spelen de twee orkesten op deze cd's Enescu alsof ze een oerklassieke Mahler zouden uitvoeren: overdadig en rijk, maar wat zwaar soms en vaak overweldigend. Zelf de trage delen van de drie symfonieën hebben niets intiems of introverts, want Enescu zelf gebruikt zijn grote orkest nooit echt spaarzaam. Ondanks de briljante orkestratie kan de muziek dus ook niet echt boeien. Elk deel begint sterk, met originele vondsten, maar Enescu's complexe, quasi improvisatorische vormen hebben ten minste enkele keren beluistering nodig om verstaanbaar te kunnen worden. En de – weliswaar voorbeeldige – orkestratie stompt op den duur zelfs wat af door zijn overdadigheid. Echt tegenvallen doet deze cd echter niet helemaal, want op de uitvoering is bijna niets aan te merken, en wie de moeite wil nemen om het symfonische werk van deze Roemeen te ontdekken, zal zien dat die toch wat onterecht in het stof van de geschiedenis terecht is gekomen.
Meer over George Enescu
Verder bij Kwadratuur
Interessante links