De Griekse mythen vormen al de hele muziekgeschiedenis lang een dankbare voedingsbodem voor het ontstaan van nieuwe opera's. Ook het verhaal van de incestueuze vadermoordenaar Oedipus heeft verschillende componisten gefascineerd. De Roemeen George Enescu (1881-1955) wijdde er zijn enige opera aan, op een Frans libretto van de schrijver Edmond Fleg. Dit meeslepende meesterwerk is recent verschenen bij het budgetlabel Naxos, in een live-uitvoering uit 1997 van de Weense Staatsopera.

'Oedipe' werd voltooid in 1931 maar kreeg zijn creatie pas in 1936, in de opera van Parijs. Om het verhaal op te frissen: Oedipus' ouders Laios en Jocasta, koning en koningin van Thebe, staan hun zoon af nadat een orakelspreuk had verteld dat hij zijn vader zou doden en zijn moeder zou huwen. Uiteraard helpt dit afstaan niets en gebeurt wat moet: eens volwassen keert Oedipus terug naar Thebe, doodt hij zijn vader, bevrijdt hij Thebe van de Sfinks en huwt hij Jocasta. Wanneer de waarheid aan het licht komt, pleegt Jocasta zelfmoord en steekt Oedipus zich de ogen uit. Samen met zijn zus-dochter Antigone vertrekt hij in ballingschap, waar hij uiteindelijk ook zal sterven.

De muzikale taal van Enescu haalt een groot deel van haar eigenheid uit de omgang met harmonie. Heel vaak worden meerdere harmonische sferen over elkaar geschoven, wat een expressionistisch en soms onstabiel effect geeft, waarbij op de achtergrond steeds een zekere tonale basis aanwezig blijft. Vaak dragen de bevreemdende harmonieën bij aan de onmiskenbaar fatale sfeer die het verhaal van bij het begin met zich mee draagt. Enescu's vocale schrijfwijze is in de eerste plaats gericht op het spreekritme, wat betekent dat hij weinig gebruik maakt van melismen. Lyrische momenten wisselen af met passages van sprechgesang, zoals in de scène tussen Oedipus en de Sfinks. Die lyrische momenten geven meestal een vocaal logische indruk, maar sluiten perfect aan bij het bevreemdende harmoniegebruik. Naast de solisten heeft Enescu een opvallende rol voor het koor gereserveerd, dat harmonisch expressionistische en qua tessituur moeilijke passages krijgt toebedeeld. Het koor van de Weense Staatsopera overwint moeiteloos de muzikale uitdaging ervan, al is hoorbaar dat ze last hebben met de Franse tekst. Diezelfde problemen teisteren ook enkele leden van de voor het overige mooi presterende cast. Zo is het moeilijk te begrijpen waarover Walter Fink (Le veilleur) of Peter Köves (Phorbas) het hebben. De Amerikaanse bariton Monte Pederson (Oedipe) heeft daar gelukkig geen last van. Met zijn ronde en expressieve stem, die zonder problemen Enescu's hoge tessituureisen volgt, zet hij een ontroerende Oedipus neer. Naast hem maakt vooral Marjana Lipovšek indruk. Haar dramatische mezzo is ideaal voor de dubbelrol van de bijtende Sfinks en de wanhopige Jocasta. Aan het hoofd van het orkest van de Weense Staatsopera lukt Michael Gielen er perfect in om alles uit de partituur te halen. Terwijl hij een immense spanningsboog opbouwt, laat hij zijn orkest schitteren in deze weinig evidente muziek.

Deze dubbelcd bewijst dat 'Oedipe' een plaats in het repertoire verdient. Met een uitvoering als deze valt in elk geval een ontdekking te doen!

Meer over George Enescu


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.