In 'Farinelli' wordt Georg Friedrich Händel nogal oneerlijk voorgesteld als dikke vulgaire Duitser die een erg hoge dunk heeft van zichzelf en weinig op heeft met castraatzangers. Dit is vreemd want zijn bekendste opera, 'Giulio Cesare', werd geschreven voor twee Italiaanse castraten, die er de rollen van Caesar en Sestius zongen. Tegenwoordig zijn de castraten minder dik gezaaid en dus worden hun rollen overgenomen door vrouwen, in dit geval de Servische Marijana Milanovic en de Zweedse Anne Sofie von Otter. Verder zijn de rollen verdeeld onder minder bekende zangers die gerust tegen deze twee gevestigde waarden opkunnen.
Muzikaal kan Giulio Cesare moeiteloos een vergelijking met de Passies van Bach aan. Het is een Italiaanse opera van formaat en zeker een hoogtepunt in het Händels oeuvre. Zoals gebruikelijk was wisselen dialoog, in de vorm van recitatieven, begeleid door klavecimbel, cello of harp, elkaar af met aria's, duetten en trios. Het hele werk duurt langer dan drie uur, maar Händel varieert zijn muziek graag en zo blijft de luisteraar altijd verrast luisteren. Er zijn voorbeelden van watervlugge barokmuziek zoals de aria 'Quel Torrente che cade dal monte' of de sinfonia aan het begin van de derde akte en delen als 'Viva, Viva il Nostro Alcide' die getuigen van Händels opgewekte schrijfstijl als in zijn 'Watermusic'. Die worden dan afgewisseld met dramatische delen zoals 'L'angue offenso mai riposa' en rustige aria's zoals 'Se pieta de mi non senti'. Op twee momenten worden solo instrumenten gebruikt: concertmeester Florian Deuter speelt een cadenza in 'Se in fiorito ameno prato' en Caesars aria 'Va tacito e nascosto' is een duet tussen eerste hoorn Hector McDonald en Anne Sofie von Otter. Beide solos worden smetteloos gespeeld, zonder kleine onzuiverheden of gekraak dat wel eens in live-opnames wil sluipen. Het hoogtepunt van de opera is wel het begin van de tweede akte. Cleopatra, Alias Magdalena Kozena, wil Caesar verleiden, met de hulp van 'negen muzen', voorgesteld door een klein groepje muzikanten die op met podium zelf spelen. Dit zijn ongetwijfeld van de beste, meest kleurrijke aria's die Händel ooit schreef en de luit en harp in het orkestje dragen daar ongetwijfeld toe bij.
Les musiciens du Louvre hebben ongetwijfeld een risico genomen met een live-opname, gespeeld op authentieke 17de-eeuwse instrumenten (of replica's), maar de hele opera benadert de perfectie van een studio-opname. Marijana Mijanovic is verrukkelijk als heldhaftige Caesar, wat als vrouw minder evident is, en Anne Sofie von Otter schittert als Sestius die zijn vader Pompeius' dood wil wreken. Magdalena Kozena is sensueel maar ook heroïsch als Cleopatra die Caesar wil gebruiken om haar Egypte te beschermen. Eigenlijk is hier genoeg gezegd. Met deze cd's zet Minkowski een 'Giulio Cesare' neer die nog jaren als norm gebruikt zal worden. Basta!
Meer over Georg Friedrich Händel
Verder bij Kwadratuur
Interessante links