Deze plaat is de eerste die de Engelse Academy of Ancient Music maakt onder haar nieuwe artistieke leider Richard Edgar. Het is een voortzetting in een bestaande reeks van Haendel opnames en deze keer zijn de zes Concerti Grossi opus 3 aan de beurt. Ze behoren tot de eerste werken van Haendel die uitgegeven werden. Omdat ze onderling behoorlijk verschillen, qua bezetting, structuur en karakter, is geopperd dat deze reeks van zes werken inderhaast bij elkaar werd gegooid door de oorspronkelijke uitgever, die uit was, zo werd aangenomen, op een grote winstmarge voor weinig moeite. Richard Edgar legt in de heel leesbare tekst in het bijhorende cd-boekje uit, dat Haendel echter goed wist wat hij deed door zulke diverse werken samen uit te geven; het gaf het Londense publiek anno 1736 een voorsmaakje van zijn toekomstige publicaties.

En zo komt het dat het eerste concerto grosso uit de reeks bijvoorbeeld, gedomineerd wordt door het zware timbre van de blazers (een paar hobo's en fagotten), het derde een klein fluitconcerto is en het laatste werk zelfs een solistische orgelpartij bezit. Ook qua vorm zijn er behoorlijk wat verschillen, van een klassieke driedelige vorm (snel-traag-snel) tot meer uitgebreide, vijfdelige werken. Het laatste concerto is tweedelig, met een vrije orgelcadens tussen de twee uitgeschreven delen.

Als afsluiter van de cd werd voor een vroeg werk uit 1707 gekozen, dat de toen tweeëntwintigjarige Haendel tijdens zijn verblijf in Rome schreef. De 'Sonata a 5' is in realiteit meer concerto dan sonate, met een solostem voor viool en vier begeleidende strijkpartijen. Het werk klinkt veel fijner dan de zes concerti grossi, mede dankzij violist Pavlo Beznosiuks zoete en elegante manier van spelen, die zelfs met een volledig vlakke barokklank erg veel kleur kan maken.

De Academy of Ancient Music klinkt heel stevig maar warm. Dit wordt duidelijk in de concerti met veel blazers, waarbij de fagotten voor een robuuste, gedrongen klank zorgen. Bovendien wordt met een betrekkelijk grote bezetting gespeeld, waardoor het ensemble geen moeite heeft om als het moet erg vol over te komen. Hobo's worden vrijelijk gebruikt om de vioolpartijen te verdubbelen en dit, samen met een steeds uiterst accuraat ritme, geeft deze opname veel van haar kracht mee. Er wordt duidelijk veel zorg besteed aan het verschillende karakter van elk concerto. Zo begeeft het vierde, met zijn statige, gepunte Franse ritmes in de introductie en eenvoudige pastorale als traag deel, zich in een andere wereld dan het vijfde, met zijn vinnige polyfonie. Edgar vergelijkt dit laatste concerto, met zijn dramatische muzikale retoriek, niet onterecht met een opera in miniatuur. De menuetten in deze concerti worden heel vlot en licht gespeeld, met snelle tempi en een heel ontspannen karakter.

Dit is een heel genietbare en gevarieerde Haendel-plaat geworden. Het opus 3 is een erg boeiende en gevarieerde reeks van concerti, de 'Sonate a 5' belicht een weinig gekende 'Italiaanse' zijde van Haendel en de aanstekelijke, gedreven manier van spelen van de Academy of Ancient Music is een plezier op zichzelf.

Meer over Georg Frederick Händel


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.