Dat noch vibrafonist Gary Burton, noch pianist Makoto Ozone een uitgesproken band hebben met klassieke muziek kan hun repertoirekeuze verklaren: voor deze 'jazz meets classics' kiezen ze duidelijk voor melodisch gerichte klassieke stukken, zonder de gemakkelijkheidoplossing van het populaire repertoire te nemen. Burton en Ozone hanteren een heel brede definitie van 'klassieke muziek': van de romantische opera van Delibes en de grote pianotraditie van Rachmaninoff en Scarlatti, over de jazz gerelateerd werken van Gershwin tot de Amerikaanse lichte muziek van Zez Confrey of de tango van Jorge Cardoso. Steeds weten ze een mooie balans te vinden tussen 'klassieke' en jazzgerichte kenmerken, waarbij het ene tot een symbiose komt met het andere. Zo worden de klassieke thema's uiterst nauwgezet gebracht waarbij typische begeleidingsfiguren en complexere vormen – zoals in het 3de deel van Gershwins Pianoconcerto – gerespecteerd worden. Aandacht voor kleine details, het mooi 'klassiek' neerleggen van muzikale zinnen en de precisie waarmee alles gebeurt leveren vaak intieme kamermuziek op. Met name in de 'Prelude' uit Ravels 'Le Tombeau de Couperin' blijkt de combinatie vibrafoon – piano zo uiterst geschikt om het impressionisme van het origineel te evoceren. Een soortgelijke verfijning is terug te horen in de improvisaties die na de thema's volgen. Hoewel er referenties opduiken naar blues, latin, ragtime en muziek voor stomme films blijft het geheel zweven tussen swing en een 'klassieke' frasering. Burton en Ozone jutten elkaar nooit op waardoor alles uiterst beheerst, melodisch en misschien zelfs wat afstandelijk blijft klinken: spelplezier primeert op verrassingen. En hoewel niet vernieuwend verwordt de muziek ook nooit tot behang, daarvoor is de verfijning iets te sprekend. De klassieke elementen zijn het duidelijkst bij Burton. Soms virtuoos, dan weer feeëriek, speelt hij zonder uitzondering klaterend melodisch: geen complexe akkoordpassages of dwarse brekingen in het ritme. Ozone is even melodisch gericht, maar zijn solo's vallen vaak uiteen in verschillende delen en klinken zo wat gevarieerder. Vage echo's van verschillende jazzstijlen schemeren door, maar zijn zelden expliciet en zeker nooit exclusief. Het vakmanschap spreekt hier uit de beheersing. Iets wat ook opgaat voor Burton, het duo en de CD op zich. Geen CD om woelend van wakker te liggen, maar te mooi om zomaar van in slaap te vallen. Tenzij om zalig te dromen.
Meer over Gary Burton, Makoto Ozone
Verder bij Kwadratuur
Interessante links