Wie herinnert zich de hit 'Broad Daylight' niet, het nummer waarmee de in Gent woonachtige Puerto Ricaan Gabriel Rios de Belgische hitlijsten overmeesterde? Het jaar 2004 zou voor hem de geschiedenis ingaan als het jaar van een commercieel succesvol debuut. Drie jaar later scoorde Rios alweer een grote hit met het titelnummer van zijn tweede plaat: 'Angelhead'. De sound was een tikkeltje hipper en minder akoestisch geworden, maar de overgang was aangenaam en geleidelijk verlopen. 'The Dangerous Return' verschilt sterker van zijn voorganger dan 'Angelhead' destijds deed, hoewel fans van Rios zich zeker niet bedrogen zullen voelen. De gebruikelijke elementen – gaande van virtuoze vocalen tot intieme gitaarriedeltjes – zijn alweer aanwezig. 'The Dangerous Return' is echter epischer opgevat en doet sterk denken aan 'Viva La Vida or Death and All His Friends', het album waarmee Coldplay een groot deel van zijn aanhang zou verliezen omdat de integriteit van de groep die eens met melancholische nummers als 'Yellow' was doorgebroken, verloren leek.
Hetzelfde gevaar dreigt hier gelukkig niet, want Rios heeft nog steeds heel wat intimiteit in zijn mars. Achter de beladen, soms bijna symfonisch uitgedachte façade zit nog steeds een rijke klankweelde. Van leegte of opvullerij is op 'The Dangerous Return' geen sprake: elke noot is weloverwogen en de geringste wending in de muziek komt het evenwichtige parcours van de songs ten goede. Het album ontstond dan ook niet via de gebruikelijke weg (in een studio samen met een producer), maar vloeide voort uit de tournee die Rios vorig jaar ondernam met percussionist Kobe Proesmans en jazz-pianist (en componist) Jef Neve, en na een reis naar New York. Het aandeel van beide co-leiders op deze plaat is niet als dusdanig dat ze afbreuk doen aan de verdienste van Rios, maar wel werkt hun aanwezigheid duidelijk inspirerend. Dankzij Proesmans werden de ritmes enerzijds opengetrokken naar een spannender pallet waarbinnen meer mogelijk is, terwijl onder impuls van Neve ook jazzy en bluesy invloeden meer een kans krijgen. Een "tijdloze plaat" (zoals het promo-team van label PIAS deze cd noemt) die eigenlijk de popmuziek synthetiseert, is 'The Dangerous Return' nu ook weer niet, omdat Rios het opzet niet té groot heeft gezien.
Het album koppelt het beste van twee werelden: een brede muzikale visie waarin pop heel ruim wordt geïnterpreteerd en waarin alles mogelijk is aan de ene kant, en een zekere persoonlijke toets vol melancholie en oprechte emotie aan de andere kant. De teksten zijn bijvoorbeeld duidelijk niet lukraak gekozen en behandelen thema's die Rios zeker na aan het hart liggen. Toch gaat het te ver om de lyrics een heuse poëtische waarde toe te dichten: daarvoor zijn ze te standaard opgevat en blijven ze teveel aan de oppervlakte. Dat staat echter niet in de weg dat 'The Dangerous Return' een bijzonder aangename luisterervaring te bieden heeft. Fanfares, piano's, steelse drums of grovere percussiepartijen: het passeert allemaal de revue in ijltempo, zonder dat de overgangen geforceerd aandoen of de nummers extreem "gezocht" of "gecomponeerd" lijken. Ook het artwork is timide en tegelijk expressief, wat een mooie weerspiegeling is van hoe het plaatje ineen steekt.
Het moet echter gezegd dat Gabriel Rios naar het einde toe teveel cliché's uit de kast haalt. Het afsluitend nummer 'Diamond' sluit bijvoorbeeld aan bij de pop waarmee Rios is doorgebroken, maar op 'The Dangerous Return' past het conventionele en erg traditionele singer-songwriter-nummer eigenlijk minder goed. Ook het titelnummer had schever en spannender mogen zijn, in plaats van de redelijk kale aankleding waarin de tekst nu gedompeld werd. En zo zijn er hier en daar nog een paar keuzes gemaakt die gerust gedurfder hadden mogen zijn. De weg die Rios inslaat, is kortom heel interessant, maar de 90 procent overtuiging waarmee hij zijn gelaagde nummers brengt, had die laatste 10 procent nodig om een echte instant classic te worden. Een ideaal geschenk is 'The Dangerous Return' zeker, want beu zal men Rios' nieuwste niet snel worden. Alleen mist het die ene versnelling waarmee Rios zich tussen de allergrootsten binnen de pop had kunnen schakelen.