Orkestleidster, soliste, dirigente en moeder: in welke volgorde de dit jaar dertig geworden Deborah Nemtanu zich van die uiteenlopende taken kwijt, is niet bekend. Na haar zwangerschap moest deze opname als het ware haar comeback worden bij het Orchestre de chambre de Paris, het voormalige Ensemble orchestral de Paris. Violist en kamermuziekspecialist Thomas Zehetmair werd als dirigent aangetrokken, maar het was Nemtanu die carte blanche kreeg voor het samenstellen van het programma. Het leed voor haar geen twijfel dat behalve het eerste vioolconcerto van Camille Saint-Saëns werk van diens leerling Gabriel Fauré moest opgenomen worden. Twee generaties Franse componisten, twee generaties uitvoerders: alle ingrediënten voor een generatieconflict lijken voor handen, ware het niet dat muziek banden smeedt in plaats van die te doorbreken. Het elkaar vinden in melancholie is immers een uitstekende voedingsbodem voor broederschap: het gevoel samen smart gedeeld te hebben, hetzij in het echte leven, hetzij in de kunstervaring, brengt mensen hoe dan ook dichter bij elkaar. Allicht is dat de sleutel tot waarom het ‘Introduction et Rondo capriccioso’ voor viool en orkest van Saint-Saëns zo beroemd is geworden. Door het wolkendek breekt ineens de zon van een stralend antwoordmotief, dat de oorspronkelijke tristesse met sprekend gemak wegwuift. De orkestpartij wordt hier meer in blokken benaderd, de solopartij neemt Nemtanu met retorische mondigheid onder handen. Smullen van een regelrechte klassieker.

Aan het eind van de cd volgt opnieuw weemoed à la Saint-Saëns. De romance voor viool en orkest vertrekt eveneens vanuit een smartelijke melodie, die vervolgens wordt gerelativeerd door een meer vrije beweging. De kwaliteiten van de opvoering zijn dezelfde: een orkestpartij waarin duidelijke accenten worden gelegd, terwijl de nuance in Nemtanu’s schoenen wordt gelegd. Voor zeemzoeterigheid ligt het tempo niet laag genoeg, echter brengt de vaart het romantisch karakter schade toe. Het orgelpunt is Fauré’s ‘Berceuse’, waarin Nemtanu tevens de rol van orkestrale inspirator op zich neemt. Ook hier wordt niet bijster veel uitgespookt met het orkest, maar dat is evenwel geen vereiste van de partituur. In Fauré’s symfonische suite ‘Pelléas et Mélisande, opus 80’ ziet het orkest zich echter wel genoodzaakt uit zijn schulp te kruipen. Zehetmair weet blijkbaar hoe hij dat kan bewerkstelligen: hij laat de musici een erg rijke orkestklank produceren, met zowel oor voor grandioze tutti’s als voor verstilde soli. Zoals in Zehetmairs kamermuziek klinkt onderhuids de puls van de partituur door: nooit valt het geheel stil of verliest de suite zijn spankracht. Nochtans is het niet Fauré’s meest gebalanceerde creatie: de romantische uitbarstingen staan in contrast met de fundamenteel menselijke latere kamermuziek van dezelfde componist. Ten tweede heeft Zehetmair als dirigent de gave om stemmen als het ware uit elkaar te laten voortleven. Melodieën spruiten met verbazingwekkende naturel uit elkaar voort en die continuïteit is hoogst fascinerend.

Continuïteit is tevens een sleutelwoord als het gaat om Nemtanu’s visie op Saint-Saëns eerste concerto. Diens derde concerto is in termen van virtuositeit, lengte en dynamisch kat-en-muisspel tussen orkest en solist veel volmaakter en bekender, maar de emoties die in dit werk van een extreem begiftigd jongeman zonder slag of slinger naar buiten komen, is wat de prille moeder, overigens zus van de iets bekendere Sarah Nemtanu, enorm aansprak. Ze probeert muziek over het algemeen niet analytisch te benaderen, maar vanuit een vrouwelijk, gevoelsmatig instinct. Behalve technisch geeft dat inderdaad ook inhoudelijk een indrukwekkend en hartroerend resultaat, zeker omdat het orkest alweer aandachtig naar de violiste luistert en haar ideeën spontaan lijkt mee te nemen, terug te kaatsen of doet opleven. Met zijn twaalf minuten bevat dit stuk echter niet genoeg om een opname mee te verzadigen, en hetzelfde kan eigenlijk gezegd worden van de overige stukken op ‘Oeuvres pour violon et orchestre’. Wat niet is, kan natuurlijk nog komen: deze hoogst appetijtelijke aperitief doet het verlangen naar een heus concerto met Nemtanu in de hoofdrol of een uitgesponnen symfonie met Zehetmair aan het roer alleen maar toenemen. Voor wie van mening is dat de kleine vorm superieur is aan de grotere: laat deze opname zeker niet liggen!

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.