In de liner notes omschrijft gitarist Jaak Sooäär de live set van het Free Tallinn Trio op het festival van Moers (2008) als “improvising opera”. Dat hij hier zijn hand niet overspeelt heeft niet alleen te maken met de prominente plaats die zangeres Anne-Liss Poll toebedeeld krijgt. De muziek op ‘A Tale’ klinkt effectief als een doorlopend verhaal. Zo organisch ontstaat en groeit de muziek van het Estse Free Tallinn Trio: drie muzikanten die elkaar blindelings weten te vinden.
Hoe abstract en virtuoos de taal van Sooäär, Poll en pianist Anto Pett ook mag zijn, de naturel waarmee ze die hanteren maakt dat de luisteraar meegezogen wordt in het verhaal. De drie kunnen vlot en snel extremen opzoeken zonder dat die het verloop breken. Ook op deze manier wordt de consequente lijn bewaard. Wanneer hier en daar dan ook nog ankerpunten opduiken (van dreigende onweerswolken tot fijn pointillisme) krijgen ook diegenen die niet zo vertrouwd zijn met vrije improvisatie enkele ingangen aangereikt.
Het gemak en de vanzelfsprekendheid waarmee Poll, Sooäär en Pett spelen en interageren is deels te danken aan hun virtuositeit, die echter steeds ten dienste staat van het geheel. Anne-Liss Poll, koordirigente en soliste in het klassieke barokrepertoire, kan klinken als heks en heilige: ze wisselt snel van register, kleur en dynamiek en heeft bovendien een arsenaal aan vocale effecten in huis waarmee ze cartoonesk kan uitpakken zonder lachwekkend te worden.
Anto Pett doet qua technische bagage niet voor haar onder. Hij speelt met de trefzekerheid van een klassieke pianist: ratelend, vingervlug of precies gemikt alsof hij een mathematisch opgebouwde seriële compositie brengt. Botheid is aan hem niet besteed, finesse des te meer. Gitarist Jaak Sooäär opereert op ‘A Tale’ vaak wat op de achtergrond, maar weet zich met zijn niet-klassieke instrument perfect tussen zijn twee collega’s te nestelen, alsof de combinatie elektrische gitaar, zang en piano al eeuwen een standaardbezetting is. Ook hij vermijdt de grove toonspraak. Doorgaans verkiest Sooäär een helder geluid dat hij verschillende richtingen uitstuurt. Distortion wendt hij voorzicht en met mate als kleurelement aan.
De vier stukken waaruit ‘A Tale’ is opgebouwd, krijgen elk een eigen karakter mee. In ‘Contact’ domineren de snelle dynamische ontwikkelingen die culmineren in een stevige, langgerekte climax. ‘Fast Flowing’ bestaat dan weer uit langer uitgewerkte episodes waar de beheersing van de drie muzikanten vooral naar voor komt in het gemak waarmee ze de technisch veeleisende muziek spelen en de onderlinge balans die ze steeds weten te houden.
Het meer dan 20 minuten durende ‘Fluss’ is de meest gevarieerde track op de cd en stuurt de luisteraar langs Schönberg-achtige pianoprecisie, bluesy gitaren, Chinese opera en feeëriek fonkelende snaarklanken. In het afsluitende ‘Nostalgie’ gaat het trio dan de quasi romantische tour op met stevige pianoakkoorden uit de klassieke concertoliteratuur en naar het einde een duisternis die verwant lijkt aan Schuberts ‘Der Doppelgänger’.
Alle invloeden blijven louter invloeden: even snel als een referentie duidelijk wordt, verdwijnt die ook weer in de indrukwekkende klankwereld en muzikaliteit van het Free Tallin Trio. Waarschijnlijk een van de best bewaarde geheimen van de geïmproviseerde muziek.