Degelijker pianisten dan Fred Hersch, van Amerikaanse makelij, zijn eerder schaars gezaaid. Hersch komt regelmatig met een nieuwe plaat aanzetten, meestal zonder grote stijlbreuken of opzichtige koerswijzigingen. Een kwintet of een "pocket orchestra" buiten beschouwing gelaten, is het trio nog steeds de biotoop waarin de pianist het meest productief blijkt. Voor dit 'Whirl' verzamelde Hersch onderweg drummer Eric McPherson en bassist John Hebert om zich heen. Niet de meest opzienbarende namen, maar muzikanten naar Hersch' hart: ingetogen expressief. Die dualiteit uit zich niet in saaie en voorspelbare jazz, maar veeleer het tegendeel: op zijn intimistische en weinig ambitieuze manier is de muziek van Fred Hersch dikwijls spannend en dynamisch, zowel in de aanpak van jazzstandards als van eigen composities. Beide lopen op 'Whirl' wonderwel in elkaar over. De plaat wordt er niet meteen een wervelwind door, als wel een broeierige cocktail waaruit verschillende sferen opborrelen.
In zijn eigen composities legt Hersch vaak een gevoel voor humor aan de dag: 'Mandevilla' lijkt een soort wijnroes te beschrijven (met langzaam uitdovend slot tot gevolg), terwijl 'Skipping' pittiger klinkt. De ritmesectie moet in dit nummer het nodige weerwerk bieden, een taak die McPherson en Hebert tactvol volbrengen. In de meer poëtische nummers blijkt dat de discretie van de ritmesectie geen slaafse onderwerping is aan Hersch' spel, want op diens melancholische improvisaties – voornamelijk in de standards te horen – hebben drummer en bassist een even ingetogen, verhalend antwoord. Hoewel de balans binnen het trio ferm uitslaat richting pianosolo's, is hier geen sprake van egotripperij. Het Fred Hersch Trio maakt in volle bewustzijn de keuze om voortdurend met zijn drieën te improviseren, in plaats van het klassieke rondjesgedoe waar muzikanten soms uit gemakzucht toe komen. Is het immers niet moeilijker en interessanter om voortdurend in te pikken op elkaars ideeën?
Wereldschokkend kan men Hersch' nieuwste cd met zijn trio (inmiddels heeft Hersch alweer een solo-album afgeleverd bij Palmetto) zeker niet noemen, maar een mooie, afwisselende plaat is het zeker. Met zenuwachtig gepingel dat altijd onderweg is en zelden toewerkt naar voorspelbare climaxen of geforceerde kunstgrepen, is 'Whirl' alweer een typische Hersch-plaat waar vaart, lyriek en kracht in steekt.