Kort na het wondermooie 'Fred Hersch in Amsterdam: Live at the Bimhuis' werd de Amerikaanse pianist Fred Hersch door de New Yorkse jazzclub The Village Vanguard gevraagd om er een week lang te resideren. De Amerikaanse pianist ging gretig op het voorstel in en amper vijf jaar later viel hem weer diezelfde eer te beurt. Zo speelde Hersch twee jaar nog eens zes concerten op dezelfde locatie, nadat hij twee maanden in comateuze toestand in een Amerikaans ziekenhuis had doorgebracht en daar opnieuw alle motorische vaardigheden had moeten aanleren. De zes optredens werden allen opgenomen met de bedoeling een soort "best of" samen te stellen, maar Hersch was in die mate tevreden over zijn dubbele set op de slotdag, dat hij ervoor koos de negen nummers die hij op 5 december 2010 speelde, op de cd te plaatsen.

Het resultaat is een pareltje dat gerust naast mijlpaal 'Live at Bimhuis' mag staan. Hersch' handelsmerk is in de tussentijd niet veranderd: nog steeds ontroert de man met lyrische muziek waar de esthetiek als van nature uit opborrelt. Hersch gaat echter verder dan mooie melodieën aan elkaar naaien: tot in de akkoorden legt de pianist prachtige fraseringen en de uitbouw van zijn harmonische ideeën gebeurt op een complexe, maar heldere manier. Zodoende hoort men jazz die erg vertrouwd aanvoelt, maar veel verder gaat dan de gebruikelijke clichés. Men hoort in Hersch' muziek dat hij zich de solo piano jazzgeschiedenis eigen heeft gemaakt en zich, beladen met die bagage, een eigen plaatsje zoekt tussen grote voorgangers. Het gestuwde karakter van deze negen nummers is bovendien een volgende karakteristiek van Hersch' spel. Nergens gehaast, maar evenmin slabakkend: constant zweven de virtuoze lijnen tussen beide sferen in, waardoor ze als het ware aan de tijd worden onttrokken.

Hersch deelt de set mooi op door zowel standards (waaronder het hoekige 'Work' van Thelonious Monk, een componist waarmee Hersch geweldig overweg kan, en het zachte 'Doxy' van Sonny Rollins) als eigen composities te brengen. Daarin maakt de pianist het voor zichzelf boeiend door voornamelijk odes te schrijven: via 'Down Home' (voor Bill Frisell), 'Lee's Dream' (met Lee Konitz in het achterhoofd) en 'Pastorale' (gewijd aan Robert Schumann) brengt de pianist ook stilistische variatie aan in zijn eigen spel. Zo is 'Pastorale' duidelijk een nummer van lange ademteugen, terwijl 'Lee's Dream' van begin tot eind op en neer manoeuvreert, waardoor Konitz automatisch in gedachten wordt geroepen. Tussenin pleziert Hersch met het fleurige 'Doce de Coco', door Hersch prettig ingevuld, of het breekbare 'Memories of You', waarin de zoetigheid goed gedoseerd wordt.

Hersch is en zal nooit de pianist van het grote gebaar zijn. Wie muzikanten wil zien evolueren, kan 'Alone at the Vanguard' verwijten dat het teveel aanleunt bij 'Live at Bimhuis'. Nochtans is deze cd traditioneler opgevat en is de mixage iets zachter. Als er ideale albums bestaan om 's nachts vanuit een zetel met kaas en wijn tot zich te nemen, dan mag 'Alone at the Vanguard' zeker op het lijstje komen. Een prachtplaat.

Meer over Fred Hersch


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.