Engelsman Fred Frith speelt niet alleen gitaar, maar ook bas en viool. Toch werd hij vooral bekend als gitarist. Sedert de jaren '70 maakte hij de wereld van de experimentele muziek onveilig en sedertdien was hij te horen op meer dan 400 platen, zo zegt men. Dat Frith zich niet graag in hokjes laat duwen, bleek al uit de verscheidenheid van de projecten waarin hij figureerde. Ook zijn laatste albums bij het Zwiterse label Intakt zijn niet voor een gat te vangen. 'Clearing Customs' kent wat dat betreft een buitengewone ontstaansgeschiedenis. Frith stelde op vraag van de SWR NewJazz Meeting 2007 een gloednieuw septet samen, bestaande uit muzikanten met zeer verschillende muzikale en etnische achtergronden. Azië en Europa (met Amerikaanse invloeden geïntegreerd) ontmoeten elkaar en ook qua instrumentarium zoekt Frith naar de ultieme authenticiteit. De benadering is daarbij alles behalve stiefmoederlijk: 'Clearing Customs' is geen gezellig samenzitten voor een rondje cross-over, maar experimentele muziek in de ware betekenis van het woord.
Aan de opname van de ene lange track die dit album rijk is, ging uitgebreid voorbereidend werk vooraf. Ook werd er zeer veel materiaal in de studio opgenomen. Of dit album een weerslag is van verschillende sessies, is niet duidelijk. Daar lijkt het soms op omdat de vlotte overgangen moeilijk spontaan kunnen verlopen zijn, maar anderzijds werkte Frith dit werk op voorhand uit als een lange suite waarin bepaalde afspraken moesten nageleefd worden. In de begeleidende tekst komt de luisteraar daarover het nodige te weten. Wat Frith eigenlijk heeft gedaan is de architectuur van het werk a priori behoorlijk strikt vastgelegd, waarna alle muzikanten hun vrijheid kregen. De plaat kan dus free jazz genoemd worden, hoewel de ongebodenheid niet helemaal grenzeloos is. Interessant in verhouding tot de free jazz-geschiedenis is het gebruik van exotische, oude instrumenten, maar eveneens moderne technologie. Maar liefst drie van de zeven muzikanten bekogelen de rest met elektronica en behalve Wu Fei (op het tokkelinstrument Guzheng) en Tilman Müller (de enige muzikant uit deze formatie met een zuivere jazzachtergrond) spelen alle muzikanten meer dan een instrument.
Het geheel is een bombardement aan klanken. De kracht van de plaat is dat Frith en de zijnen de plaat nooit in een vrijblijvende of richtingloze brij laten verzanden. Ze blijven inventief met elkaars materiaal omgaan en constant hoort men hoe muzikanten elkaars ideeën oppikken en verder uitwerken. De mogelijkheden van de elektronica introduceren dikwijls brute tempowisselingen en op die manier kan 'Clearing Customs' van weinig concrete klankvelden terechtkomen in drum 'n bass-gericht geweld. Frith bewijst dat het werkelijk alle kanten op kan gaan met zijn muziek en het effect daarvan is niet minder dan magisch.
'Clearing Customs' heeft ook zijn mindere momenten, maar lang duren die nooit. De rit loont als totaalpakket zeker de moeite en aangenaam is dat niemand zich als leider opwerpt. Ook Frith cijfert zichzelf geregeld weg, zodat bezielde improvisatoren zoals Müller de ruimte krijgen. Ruimte die de zeven muzikanten elk vanuit hun eigen achtergrond schitterend invullen.