De Duitse tenor Fritz Wunderlich (1930-1966) is een van die zeldzame zangers waarover de meningen niét verdeeld zijn. Hij wordt alom aanzien als de eigenaar van een van de mooiste tenorstemmen van de twintigste eeuw, ook al werd zijn carrière door een dodelijke val vroegtijdig beëindigd. Ondanks die korte carrière heeft Wunderlich een uitgebreide discografie nagelaten, die reikt van Monteverdi over Beethoven tot Werner Egk. Zelfs meer dan veertig jaar na zijn dood verschijnen nog geregeld onuitgebrachte opnames, die tevoren vaak in de archieven van een operahuis of een radiostation verborgen waren. Zo is het aan de Duitse zender SWR te danken dat Hänssler Classics deze opname van Schuberts liedcyclus 'Die Schöne Müllerin' kon uitbrengen.
Schubert schreef 'Die Schöne Müllerin' in 1823. De twintig liederen, op teksten van Wilhelm Müller, vertellen het verhaal van een jonge man die verliefd wordt op een molenaarster. Zijn liefde blijft echter onbeantwoord, waarop hij zich – begeleid door een wiegenlied – verdrinkt in een beek. In deze uitvoering uit 1964 geeft Fritz Wunderlich op magistrale wijze gestalte aan de afgewezen wandelaar en diens liefdesverdriet. Zowel in de meer lyrische liederen uit de cyclus – zoals ‘Morgengruβ’ – als in liederen vol bijtende woede – zoals ‘Der Jäger’ – blijft zijn warme, wendbare stem even indrukwekkend klinken. In een cyclus met veel strofische liederen zoals ‘Die Schöne Müllerin’ is het bovendien belangrijk dat de zanger elke strofe een verschillend karakter kan meegeven, waarin Wunderlich meesterlijk – soms slechts door een minieme kleurverandering in zijn stem – lukt. Een ontroerend voorbeeld daarvan is het wiegenlied waarmee de cyclus afsluit, waarin Wunderlich – briljant gesteund door zijn pianist Hubert Giesen – duidelijk laat horen hoe de wandelaar zich langzaam maar zeker overgeeft aan zijn zelfgekozen dood. Even aangrijpend is de droeve kleur waarmee Wunderlich het voorafgaande lied brengt. Daarin voert de wandelaar een melancholisch gesprek met de beek waarin hij zich wil verdrinken. Het is onmogelijk om door deze vertolking niet ontroerd te worden.
Deze ‘Schöne Müllerin’ is zonder enige twijfel een van de beste opnames die van deze cyclus bestaan. Als er al iets is wat erop aan te merken valt, dan is het dat Wunderlich en Giesen in enkele liederen één of meerdere strofes zomaar hebben weggelaten. Die bedenking verdwijnt bij een uitvoering van dit niveau echter al gauw in het niets…