Het oeuvre van een duizendpoot als Franz Liszt helemaal uitpluizen zal allicht nog een aantal generaties musicologen bezig houden. Veel werk van deze componist kwam over verschillende jaren heen tot stand, wat een ware puzzel aan vroege versus late versies van dezelfde werken heeft opgeleverd. Zo heeft de virtuoze Liszt van bijvoorbeeld de pianoconcerti in de jaren '30 al de kiem gelegd voor wat later zijn 'Harmonies Poétiques et Religieuses' zouden worden. Hoe kan zoiets, in het volle besef dat de vroege Liszt volledig anders klinkt dan de meer spirituele, doorwrochte en gewichtige latere? Interessant is het zoeken naar manuscripten die kunnen weergeven hoe de componist zijn partituren precies liet rijpen. Maar hoe het ook zij: relevant voor het brede publiek zijn allicht uitsluitend de finale versies, zoals de componist wilde dat ze de wijde wereld werden ingestuurd. Het zijn uiteraard die edities van zowel de 'Harmonies Poétiques et Religieuses' als de monumentale sonate (op een veel korter tijdsbestek geschreven en opgesteld volgens een theoretisch model van "thematische transformatie", dat het stuk tot op heden een immens populair studiemiddel maakt) die topinterpreet François-Frédéric Guy hier op de luisteraar loslaat. Hij speelt ze al verscheidene jaren in recital en beweert dat Liszt na Beethoven de componist is waar hij het meest voeling mee heeft. Op basis van de zeer rijpe, quasi toegankelijke interpretaties van de tien "harmonies" die hier aan het klavier ten beste worden gegeven, mag men aannemen dat Guy een dergelijke uitspraak niet zomaar uit zijn mouw schudt.
Het zou voor de hand liggen dat – zoals op veel opnames – de sonate het hart vormt van deze dubbel-cd. Niets is echter minder waar. Guy kiest ervoor te beginnen met de 'Harmonies Poétiques et Religieuses', die onrechtstreeks als het fundament van Liszts melodische schrijven kunnen gezien worden, precies omdat de nog vrij onbezonnen muzikant er ongeveer twintig jaar voor de voltooiing voor het eerst aan werkte. Het zijn dan ook stukken gebleven waarin de lyrische stem overduidelijk hoorbaar blijft, waarbij Liszt zich vormelijke vrijheden permitteert die hem op een zeer natuurlijke manier wegleiden van de voorgekauwde structuren die de emotionele en transcenderende inhoud van het opus niet ten volle zou kunnen veruitwendigen. Veel meer nog dan in de sonate, waarin een oermotief organisch wordt ontwikkeld, laat Guy horen hoe in de 'Harmonies Poétiques et Religieuses' alle overbodige regelgeving wordt afgezworen om alleen zuivere muzikaliteit over te houden. Uiteraard betekent dit niet dat een structuur per definitie diametraal tegenover muzikaliteit staat, integendeel. Alleen zoekt Liszt met deze stukken een ander soort taal op, een die vrij meandert en onmiddellijk aanspreekt door de demystificatie van het harmonische en melodische materiaal. De 'Harmonies Poétiques et Religieuses' is muziek die onmiddellijk aanspreekt, omdat pen en hart schijnbaar rechtstreeks met elkaar in verbinding staan, zonder omweg naar de geest, die in de klassieke muziek vaak de neiging heeft het materiaal te structureren. Toch is dit alles behalve eenvoudig beluisterbare muziek, precies omdat de luisteraar vandaag geneigd is te zoeken naar houvast in de vorm van wederkerend materiaal. De enige oplossing om het stuk begrijpelijk tot bij de luisteraar te brengen, is het vanuit de grootst mogelijke emotionaliteit te vertolking. En precies dat is wat François-Frédéric Guy hier presteert.
Aan zijn grote gevoelsvolheid koppelt de pianist een luisterrijke sonoriteit, waarbij de piano als het ware orkestrale allures krijgt aangemeten. In de befaamde sonate, waarin dit vaker gebeurt, gaat Guy dan weer iets intiemer aan de slag: hij breekt zich niet het hoofd over de grandioze, duizelingwekkende bokkensprongen in de partituur, maar probeert de transcenderende inhoud uit het voorgaande werk te laten nazinderen in het uitgekiende vormenspel van de sonate. Een interessante "doorwerking" als het ware, die niet de meest gloedvolle Liszt-sonate oplevert die ooit op cd is verschenen, maar het recital wel perfect afmaakt. Een zeer sterke opname dus: niet om de tanden op stuk te bijten – zoals te verwachten was – maar vanuit een grote natuurlijkheid gemusiceerd.