Beethovens vioolconcerto in D groot, opus 61 is bekend genoeg maar wie heeft ooit van Franz Clement gehoord, de vioolvirtuoos waaraan Beethoven oorspronkelijk zijn vioolconcerto wou opdragen. Clement was een briljant musicus, iemand die na een enkele beluistering van Haydns 'Die Schöpfung' zonder inzage in de partituur een reductie voor pianoforte kon maken en er een bijzonder aantrekkelijk, teder vioolspel op nahield. Clements eigen vioolconcerto, dat een jaar voor dat van Beethoven werd geschreven, buit die muzikaliteit ten volle uit. Het werk werd pas sinds kort herontdekt en uitgegeven maar de overeenkomsten, harmonisch, stilistisch en viooltechnisch met Beethovens vioolconcerto zijn niet te missen. Het repertoire van deze cd laat zich dan ook gemakkelijk raden: de Engelse violiste Rachel Barton Pine laat Beethovens concerto volgen op dat van Clement in een knappe uitvoering met het Royal Philharmonic Orchestra onder leiding van José Serebrier.

Clements vioolconcert is een grote verrassing want deze wereldpremière opname stelt een lang maar continu boeiend werd voor. De vioolpartij stelt, zoals dat verwacht kan worden, hoge eisen aan de solist maar Clement laat zich nergens verleiden tot lege virtuositeit van het type waarmee vioolvirtuozen in de negentiende eeuw bravourestukjes voor zichzelf schreven. Elke snelle trek en technische passages maken logisch deel uit van de muziek. Bovendien orkestreert Clement met smaak en moet dit concerto ook voor het orkest een van de meer interessante werken zijn om te spelen. Vooral de houtblazers krijgen van hem een grote rol toebedeeld. Het langzame middendeel bezit een opmerkelijke schoonheid waarmee dit vergeten werkje zeker een plaats tussen grote vioolconcerti kan bemachtigen.

Pines grote troef is haar ontzettend zuivere, soepele hoogte, iets waarvan ze in de cadenza's van beide concerti gretig gebruik van maakt. Noten in het hoogste register speelt ze quasi moeiteloos, zonder hoorbare inspanning en zonder dat die overdreven dominant gaan klinken. Ze speelt quasi zonder vibrato maar behoudt een klank die in elk register aangenaam blijft om naar te luisteren. Door zich nergens te haasten houdt ze heel wat lyriek in deze concerti en behouden technische passages een minimum aan broodnodige muzikaliteit.

Ze schreef haar eigen cadenza's in beide concerti en hoewel ze wat aan de lange kant uitvallen, stellen ze zeker niet teleur. Het zijn improvisaties die intelligent met Clements en Beethovens melodieën omgaan en muzikaal deel blijven uitmaken van de concerti waartoe ze behoren. Geen opzichtige virtuositeit dus die geen van beide concerti trouwens goed zou passen. Ook opmerkelijk is een kleine cadenza aan het eind van het tweede deel van Beethovens concerto dat de link maakt naar de finale.

De uitvoering, ook in het orkest, is er eentje die genereus klinkt en meer doet dan alleen maar droog Beethovens en Clements muziek weergeven, zonder pompeus te gaan worden. Luister maar hoe soepel en warm maar boven alles natuurlijk de introductie tot het vioolconcerto van Beethoven klinkt. Twee prachtige uitvoeringen dus, een van een werk dat een hoeksteen is van het vioolrepertoire maar waarbij de combinatie met dit onbekende maar interessante werk van Franz Clement tot frisse, nieuwe inzichten leidt.

Meer over Franz Clement, Ludwig van Beethoven


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.