1980. Een woeste punkband onder leiding van oproerkraaier Marc Deaton schuimt de clubs af in Colorado en probeert met zijn snelle, chaotische shows de keet telkens af te breken (wat vaak ook lukt). De status van de band wordt dusdanig groot, dat ze bij de grondleggers van de centraal Amerikaanse punk- en hardcorescene worden gerekend. Tegelijkertijd organiseren The Frantix zich dusdanig slecht dat in het korte, driejarige bestaan van de band slechts twee korte ep’s en wat obscure opnames gemaakt worden. Die laatste zijn echter de inspiratiebron voor Alternative Tentacles opperhoofd en punkpeetvader Jello Biafra om eens grondig te gaan rommelen.

‘My Dad’s a Fuckin’ Alcoholic’, gelijknamig getiteld als de inmiddels dertig jaar oude, tweede ep van dit kwartet, bundelt beide ep’s, samen met een obscure demotape en zes onuitgebrachte live opnamen, samen goed voor 23 tracks. Te noteren: krakkemikkige opnameapparatuur (een 4-sporen taperecordertje) en een band die boodschap boven muzikale finesse stelt. Het resultaat: onversneden, authentieke oerpunk die schraapt en schuurt en van zo’n erbarmelijke kwaliteit is, dat ze uitermate geloofwaardig overkomt. Dat geldt overigens zowel voor het studiowerk als voor de liveopnames.

Toch hebben The Frantix duidelijk meer in petto dan een waas van lawaai met onverstaanbaar gebrul. Zo werkt opener ‘Face Reality’ op twee snelheden: in de tragere strofen met een wat spookachtig rollende bas en met een ware speedpunkuitbarsting in het refrein. De titeltrack kent dan weer een leuk marcherende groove, terwijl de titel volgens de echte punkspirit tientallen keren woest wordt gescandeerd.

Kort en krachtig is in elk geval de boodschap bij songs die vaak geen twee minuten halen. Dat geldt ook voor de sleazy gitaarsolo’s in het strakke ‘Car’ of brulboei ‘My Dad’s Dead’. Al doende leert men, zo blijkt. De band probeert in zijn korte bestaan immers duidelijk zijn punksongs meer en meer uit te hollen, wat zelfs leidt tot de langdradige Pink Floyd-cover ‘Interstellar Overdrive’: een tragere psychedelica die meer dan zes minuten rolt en schuurt maar nooit echt potten breekt. De band gaat ten tijde 1983 wat meer gematigd klinken en dreigt wat van zijn energieke gebaldheid te verliezen.

Maar dat is dus zonder de liveopnames gerekend. Want op de laatste zes tracks, die kwalitatief dus even erbarmelijk zijn als voorgaande studio opnames, giert de band door een sneltrein van wilde punkuithalen. Stevig potten- en pannendrumwerk, een in de verte grollende bas en een ondoordringbare muur van razende gitaren zijn een stevige slag op de smoel van de luisteraar, die veel moeite mag doen om de nodige rock’n’rollriffs en inhoudelijke boodschappen te detecteren.

Dit werk verzamelt een mooi stukje muzikale historie en verdient een mooi echtheidscertificaat. ‘My Dad’s a Fuckin’ Alcoholic’ heeft Mudhoney geïnspireerd tot een fijne cover en zo op zijn beperkte manier geboorte gegeven aan de grungescene. Het is fijn om deze underground roots boven te zien komen, het sterkt punk- en hardcoreliefhebbers weer een stuk in overtuigingskracht. Maar vergeet vooral niet dat deze muziek leuk is om te hebben of eens te beluisteren, maar vooral kwalitatief nauwelijks aanhoorbaar is.

Meer over Frantix


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Verder bij Spotify
Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.