Frank Corcoran is een Ierse componist die al geruime tijd in Duitsland verblijft. Geboren in 1944 is hij te jong om tot de baanbrekers van het serialisme te behoren en anderzijds te oud om niet betrokken te zijn bij deze stroming. Zijn muziek is dan ook radicaal atonaal met een energie die als een brok op de luisteraar wordt losgelaten. Hierdoor heeft deze muziek iets onverwoestbaars, compromisloos. Maar tegelijkertijd is deze muziek ook lyrisch: het chaotische en het dissonerende worden op een melodische wijze voorgesteld. Het is een merkwaardige vermenging maar dit is juist het kenmerkende van de muziek van Frank Corcoran.
De tweede symfonie is duidelijk de langste: 25 minuten verdeeld over twee delen 'Soli' en 'Tutti'. Het begin klinkt zoekend alsof het orkest zich op gang moet trekken en wordt gekenmerkt door hese timbres. Geleidelijk aan ontwikkelen zich hieruit rijke teksturen met een grote densiteit. De derde symfonie – die met amper 14 minuten de kortse is – is bijzonder ritmisch met een prominente plaats voor het slagwerk en het koper. Hoewel Corcoran ook hier steeds een lyrisch karakter weet te behouden staan toch heftige en schreeuwirige timbres voorop. De vierde symfonie tenslotte heeft een verrassend ander karakter: het begin is helder en lumineus. Bijna tonaal zou men kunnen denken, nochtans blijft ook hier de dissonerende harmonie present. Het verschil is dat de dissonantie niet op de voorgrond gebracht wordt door percussieve agressie zoals in de derde symfonie, maar dat eerder de harmonische spanning vaag blijft sluimeren wat resulteert in een weerbarstige melancholie die vooral in de melodiebouw tot uiting komt.
De uitvoeringen door het 'National Symphony Orchestra of Ireland' onder leiding van Colman Pearce zijn degelijk en doen deze muziek recht. Het is duidelijk dat Frank Corcoran een zeer persoonlijke uitdrukking heeft gevonden in zijn energieke en compromisloze maar toch lyrische stijl.
Meer over Frank Corcoran
Verder bij Kwadratuur
Interessante links