Het is niet omdat zijn recentste cd 'Love' heet dat J.G. Thirlwell (Foetus) meteen de romanticus van rode rozen en dito wijn gaat uithangen. Voor laatavond intimiteit is de luisteraar bij deze cd aan het verkeerde adres. Al was het maar omwille van het orkestrale bombast dat Thirlwell in elk nummer van 'Love' bovenhaalt. Vooral in de refreinen maakt hij het aardig bont, want daar voorziet hij zijn orkestpartijen van alle denkbare toeters en bellen. Massa's strijkers, een leger koperblazers en de nodige houtblazers blazen de muziek op tot gigantische proporties die in 'Miracle' tot pompende Night of the Proms allures leiden. Het springende middenplein moet de luisteraar er wel zelf bij denken, net als bij 'Time Marches On' waar het orkest wat beweeglijker is en zo – volledig in dezelfde sfeer – referenties naar 'Music' van John Miles oproept.

Foetus-fans die bij het voorgaande in paniek schieten, moeten niet helemaal wanhopen. Tenzij ze principieel problemen hebben met filmmuziek, want het ligt er vingerdik bovenop dat Thirlwell daar meer dan alleen de mosterd gehaald heeft: van de Morricone-achtige spanning van lichte dissonanten en lange strijkersklanken tot 'Lord of the Ring' scènes van standvastig opmarcherende Orklegers, de mist rond de verborgen (en voorlopig nog veilige) elfenwereld of de van spanning zwangere onrust wanneer een schip – schijnbaar leeg – aan de kade aanmeert. Aangevuld met bijrollen voor het opvallend prominente klavecimbel, elektronische vervormingen, en hier en daar zelfs het klassieke rockinstrumentarium wordt 'Love' toch wel een beetje een kleurboek. Meer dan de songs zelf zijn het namelijk de rijke arrangementen die blijven hangen. Echt verpletteren zoals Thirlwell dat vroeger met de grijns deed, is er niet meer bij. Het grootse overheerst immers op het energieke en Thirlwells stem, die op vorige cd's zo gemeen kon klinken, komt nu bij momenten wat machteloos over.

Een maat voor niets is 'Love' daarom nog niet te noemen, want bij momenten laat Thirlwell horen waartoe hij in staat is. Vooral in het combineren van stijlen en het stapelen van lagen komt zijn rijke verbeelding naar boven. De stevige jazzsample die in 'Mon Agonie Douce' door de draaimolenwals à la 'Amélie Poulain' breekt is niet "gepast", maar werkt perfect. Ook de manier waarop midden in 'Aladdin Reverse' allerlei orkestinstrumenten worden samen gesprokkeld, getuigt van de gezonde, licht dissonant-chaotische verbeelding die Thirlwell zo eigen is. Wanneer hij er in 'Don't Want Me Anymore' in slaagt om dit kleurenspel over een heel nummer uit te smeren, bereikt de cd haar muzikale hoogtepunt. Geluiden van een oosters(achtig?) blaasinstrument, de hangende filmspanning van de strijkers en zelfs een sprookjesharp vormen de prelude tot een schitterende collage van spookachtig vervormde stemmen, koperblazers, een warme elektrische piano, een vrouwenkoor en een drumgroove. Dat de track hierna alsnog mag openscheuren in symfonisch bombast is dan al bijna vanzelfsprekend geworden.

Thirlwell heeft voor 'Love' al beter werk afgeleverd, maar voor liefhebbers van filmmuziek kan de cd een leuke instap zijn in de wereld van Foetus. Wie het meer heeft voor de scherpe, gemene, industrialkant van Thirlwell grijpt beter terug naar ouder werk.

Meer over Foetus


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.