De samenwerking tussen Michael Flower (Vibracathedral Orchestra) en Chris Corsano (van Björk tot Keiji Haino) is minder ad hoc dan dit soort combinaties doorgaans zijn. 'The Four Aims' is namelijk al de tweede plaat van het duo waarvan beide leden begenadigd zijn met een indrukwekkende klankgevoeligheid en een rijk oor voor details. Verwacht hier dus geen hyperkinetisch volgespeelde geluidsmuren, maar tracks die uitblinken in rijkheid en dosering. Flower en Corsano laten ruimte voor elkaar en zo kan de muziek ademen, een evenwicht dat niet door al hun collega's even gemakkelijk gevonden wordt.
Het transparante geluid waarmee de muziek opgenomen werd, zorgt er voor dat Flowers Japanse banjo of shahi baja het geluid kan domineren zonder Corsano of de andere klanken buiten te sluiten. Het Japanse instrument heeft nog het meeste weg van een geloopte seconde uit een vingervlugge heavy metal solo waarbij zigzaggende toonhoogtes (die door Flower continu naar boven en beneden bijgesteld worden) meer een toonhoogtegordijn optrekken dan ze een echte melodie laten horen.
De muziek van het duo ademt een expliciet ritueel karakter uit dat nu eens uit Japan lijkt te komen en dan weer uit India. De verschillende geluiden worden schitterend geïntegreerd in het geheel: de drone van Flowers tanpura versmelt in 'The Drifter's Miracle' met de breed gestreken cello van Corsano en wanneer deze laatste in 'The Beginning of the End' naar melodica overschakelt, klinkt dat alles behalve knullig of lollig. Toch is dit nummer de vreemde eend in de bijt. Het is namelijk de enige track die wat ongemakkelijk binnenstuitert: het gaat hier duidelijk om een fragment uit een langer stuk, wat opvalt door de abrupte inzet en de ongelukkige fade out.
De beheersing en gevoeligheid die het duo aan de dag legt, komen komt niet alleen tot uiting in de verzorgde balans, maar ook in de opbouw van de tracks. Bij een oppervlakkige beluistering lijken die weinig evolutie te bezitten. Toch wemelen ze van de kleine veranderingen en verschuivingen waardoor de muziek zich nooit settelt op tot rust komt. In deze nuanceveranderingen is trouwens goed hoorbaar hoe Flower en Corsano elkaar in de gaten houden en volgen.
Het enige nummer waarin de twee voor een duidelijke opbouw kiezen is het afsluitende en bijna achttien minuten lange 'The Main Ingredient'. Hierdoor genereert de traag opgebouwde intensiteit een maximaal effect. Dat dit niet betekent dat de energie elders steeds gespaard wordt, is meteen duidelijk in de openingstrack 'I, Brute Force?' met een versplinterde melodie van shahi baja en energieke percussie van Corsano. In het daaropvolgende 'The Three Degrees of Temptation' neemt de muziek dan weer een radicale wending naar een mysterieuze sfeer. De zacht fladderende snaren krijgen het gezelschap van de Corsano's rituele percussie en zangerige klankschalen.
Door de goed mengende klankrijkdom, de nuances en de subtiele interactie brengen Corsano en Flower muziek die aan de oppervlakte vlot passeert, maar inwendig heel weelderig klinkt. 'The Four Aims' is dan ook een plaat die bij voorkeur beluisterd wordt in alle stilte en concentratie.
Meer over Flower-Corsano Duo
Verder bij Kwadratuur
Interessante links